Zzp'ers voorzichtig positief over verzekering: 'Als je ziek bent wil je geen stress'

vrijdag, 12 september 2025 (20:45) - NOS Nieuws

In dit artikel:

Het kabinet heeft het aangepaste wetsvoorstel voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zzp'ers naar de Raad van State gestuurd voor advies. De belangrijkste wijziging is dat een uitkering niet na één, maar pas na twee jaar arbeidsongeschiktheid ingaat; daardoor dalen de uitvoeringskosten en wordt de premie betaalbaarder, met een maximaal bruto bedrag van 171 euro per maand.

Reacties zijn overwegend voorzichtig positief. Vereniging Zelfstandigen Nederland (voorzitter Cristel van de Ven) zegt dat men aanvankelijk tegen was maar het voorstel nu acceptabel vindt: veel leden blijven kritisch, maar anderen kunnen eindelijk aanspraak maken op dekking die ze nu niet kunnen krijgen. Ook vakbond FNV (bestuurder Henk van der Schaft) steunt het idee dat zzp'ers meer zekerheid nodig hebben; hij noemt de regeling geen vetpot, maar wel nuttig en betaalbaarder.

Het UWV, dat eerder fel bezwaar maakte tegen het plan, ziet veel van die bedenkingen wegvallen omdat de langere wachttijd de behoefte aan keuringsartsen vermindert. Het UWV stelt dat de wet technisch uitvoerbaar is, mits er voldoende capaciteit bij artsen komt — een punt dat volgens het UWV door een volgend kabinet verder opgepakt moet worden.

In het pakket speelt de realiteit dat circa driekwart van de zzp'ers nu onverzekerd is omdat particuliere AOV's te duur zijn, aldus het demissionaire kabinet. Persoonlijke verhalen illustreren de urgentie: enkele zelfstandigen vertellen hoe zij baat hadden bij verzekering bij ziekte of terugvielen op een broodfonds tijdens tijdelijke arbeidsongeschiktheid. Die collectieve regelingen blijven volgens belangenbehartigers belangrijk, vooral om de eerste twee jaar te overbruggen; combineren van broodfonds en AOV wordt door meerdere betrokkenen als een praktische oplossing genoemd.

Kort samengevat: het wetsvoorstel is betaalbaarder door een langere wachttijd en krijgt gematigde steun, maar uitvoering vraagt aandacht voor medische capaciteit en er blijft behoefte aan aanvulling via broodfondsen of eigen keuzes.