Zweedse vicepremier wil boerkaverbod: "De islam moet zich aanpassen aan Europese waarden"

In dit artikel:

De Zweedse vicepremier en minister van Energie, Ebba Busch (Kristdemokraterna), heeft zich uitgesproken voor een verbod op volledige gezichtsbedekkende kleding zoals boerka en nikab in openbare ruimtes. Busch zegt dat mensen elkaar moeten kunnen zien in het dagelijks verkeer — op straat, in de winkels of bij het brengen van kinderen — en ziet zulke kleding als een symbool van een strenge interpretatie van de islam die botsend is met Zweedse waarden en gendergelijkheid. Ze koppelt haar voorstel aan een bredere zorg over de positie van de islam in Europa en pleit dat de religie zich moet aanpassen aan westerse normen.

Het plan is niet nieuw in Zweden: al in 2012 dienden parlementsleden van de nationalistische Sverigedemokraterna een vergelijkbaar verbod in, wijzend naar voorbeelden in landen als België, Frankrijk, Nederland en Italië. Destijds kreeg dat voorstel geen meerderheid, maar de kwestie leeft opnieuw op door een bredere Europese discussie over integratie en islamitische symboliek.

Busch’s oproep sluit aan bij een trend in Europa: Italië kondigde onlangs onder premier Giorgia Meloni een landelijk verbod aan met boetes tot 3.000 euro en wil daarnaast strengere regels tegen buitenlandse financiering van moskeeën om wat haar partij ziet als “islamitisch separatisme” tegen te gaan. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde in 2017 dat dergelijke verboden niet per se in strijd zijn met het EVRM, mits ze dienen om het samenleven in de maatschappij te beschermen.

De discussie raakt thema’s als religieuze vrijheid versus openbare veiligheid en gelijkheid, en illustreert hoe migratie- en integratiepolitiek in Europa steeds vaker leidt tot wettelijke beperkingen op religieuze kleding.