Zweedse migranten plegen granaataanval en gaan vrijuit
In dit artikel:
In april werd in Eskilstuna een huis met kleine kinderen doelwit van een handgranaatwerping. Twee 14‑jarige jongens met migratieachtergrond gooiden het explosief naar een woning; de moeder was alleen thuis met haar kinderen. De granaat ontplofte op de veranda, veroorzaakte veel schade in huis maar zorgde gelukkig niet voor lichamelijk letsel. Buren meldden dat de knal zo heftig was dat zij van de bank vielen.
De politie kon de verdachten snel achterhalen aan de hand van een taxiboeking en telefoononderzoek: op de telefoons stond een video van de aanval en in berichten via Signal bleek afgesproken te zijn dat het vooral om intimideren ging, niet om het verwonden van mensen. Aanklager Anton Larsson Forsberg benadrukte dat de leeftijd van de jongens doorslaggevend was; omdat ze pas 14 zijn konden ze niet strafrechtelijk worden vastgehouden en werden ze overgedragen aan jeugdzorg. Op 1 september werden zij schuldig bevonden aan openbare vernieling, maar er volgde geen straf; wat jeugdzorg met hen deed, is niet bekend.
Een van de verdachten komt uit Tanzania en is sinds 2023 in Zweden. Het getroffen gezin blijkt zelf geen criminele achtergrond te hebben, al werd het restaurant van de broer van de vader eerder dit jaar met brandbommen aangevallen; de politie vermoedt mogelijk verband. De zaak valt samen met een breed probleem: in 2024 verdubbelde het aantal handgranaataanvallen in Zweden (22 meldingen tussen januari en oktober tegenover 9 in 2023), waardoor deskundigen waarschuwen dat Zweden een Europees epicentrum van bomaanslagen is geworden.