Zwaantje Etten ontsnapte aan de kogels van de treinkapers bij Wijster. Nu hun moeder er niet meer is, vertellen de kinderen het verder

dinsdag, 2 december 2025 (07:13) - Dagblad van het Noorden

In dit artikel:

Op 2 december 1975 liep Zwaantje Etten (toen bijna 28) van haar boerderij in Wijster, pal langs het spoor, naar een stilstaande trein om te kijken wat er aan de hand was. Omdat haar man met een gebroken enkel in bed lag, verzorgde zij de koeien. Bij de trein zag ze dat de ramen waren dichtgeplakt en werd ze door reizigers gewaarschuwd dat de trein gekaapt was. De kapers openden direct het vuur; Zwaantje dook weg en wist zich uiteindelijk uit het weiland naar huis te werken, getekend door de ervaring en de smaak van kruit in haar mond.

De boerderij werd kort daarna door politie en marechaussee overgenomen omdat de kapers vanaf de hooizolder vrij zicht hadden op de gijzelactie. Het gezin — man, vrouw en twee kleine kinderen (Egbert was ongeveer 2, Wilma 4) — moest vertrekken en verbleef tijdelijk bij grootouders in Westerbork. De gijzeling van de trein duurde bijna twee weken, tot 14 december 1975. In die periode werden de omstandigheden voor de gegijzelden in de trein erbarmelijk; de machinist en twee passagiers werden doodgeschoten. Na bemiddeling door prominenten uit de Molukse gemeenschap, onder wie president Manusama van de Republiek der Zuidmolukken, legden de gijzelnemers zich uiteindelijk neer en kregen zij later gevangenisstraffen van veertien jaar.

Zwaantje verzamel­de jarenlang krantenknipsels over de kaping; een klein knipsel met een foto van haar met de toen kleine Egbert hing altijd tussen haar spullen. Zij sprak er door de jaren heen op verzoek over, maar werd er ook uitgeput van. In april 2024 overleed ze op 76‑jarige leeftijd; tijdens het opruimen vond dochter Wilma een tas vol aan artikelen die moeder had bewaard. Nu — precies vijftig jaar na de gebeurtenissen — vertellen haar kinderen Wilma (55) en Egbert (52) haar verhaal opnieuw, zoals hun moeder dat volgens hen gewild zou hebben.

De familie schetst niet alleen het individuele trauma van het beschoten worden en het verlies van hun huiselijke rust, maar plaatst die ervaring ook in de bredere context van de Molukse treinkaping bij Wijster: een landelijke crisis die ingrijpende gevolgen had voor de gijzelaars en het dorp en die decennialang in collectief geheugen bleef voortleven. Hun terugblik benadrukt hoe persoonlijke herinneringen en bewaarde krantenknipsels helpen bij het bewaren van die geschiedenis voor nieuwe generaties.