Zuidwestelijke Delta stroomt vol vogels

woensdag, 29 oktober 2025 (15:03) - Vogelbescherming

In dit artikel:

De Zuidwestelijke Delta — van het Haringvliet tot de Westerschelde — is voor ongeveer een miljoen trekvogels even belangrijk als de Waddenzee. Vogelbescherming werkt in coalities met organisaties als Het Zeeuwse Landschap, Staatsbosbeheer, WNF, Natuurmonumenten en lokale verenigingen aan herstel van getijdennatuur die door inpoldering, havengroei en de Deltawerken sterk was aangetast.

Een opvallend concreet resultaat is de Hedwigepolder aan de Westerschelde. Waar tot 2022 nog een zeedijk en landbouwgrond lagen, is nu een ruim getijdengebied ontstaan: een voedselrijke vlakte van slikken en slenken met een getijdeverschil tot zo’n vijf meter, samen met 170 hectare ontpolderd deel van de Prosperpolder in België. Het gebied ontvangt veel voedsel, zand en klei; op termijn ontstaan hier zoutminnende planten en schorren (kwelders).

De Westerschelde heeft een bijzondere positie: het is een van de weinige zeearmen in Nederland zonder grote waterkeringen, waardoor zout en zoetwater vrij met elkaar kunnen mengen. Maar eeuwen van menselijke ingrepen hebben de natuurlijke dynamiek verminderd. Sonja Weeda van Vogelbescherming benadrukt dat herstel alleen binnen de kaders van waterveiligheid kan plaatsvinden en dat samenwerking met provincies, waterschappen en Rijk onmisbaar is.

Praktische herstelkansen worden benut maar er is meer mogelijk: voorbeelden zijn het aanleggen van schelpenstrandjes als broedplaatsen en het vrijmaken van bestaande eilandjes van te hoge vegetatie om betere broedomstandigheden te creëren. Volgens Weeda zou een volledig natuurlijk estuarium vanzelf “wandelende” eilandjes en verplaatsende stroomgeulen opleveren; de huidige aanpak probeert zoveel mogelijk van die dynamiek terug te brengen.

Monitoring door vrijwilligers van Natuurbeschermingsvereniging De Steltkluut toont dat de Hedwige snel vogelrijkdom aantrekt: in 2023–2024 werden 121 soorten waargenomen en voor twaalf soorten vormen de slikken en slenken inmiddels belangrijke foerageer- en rustplaatsen. Noemenswaardige aantallen: kluten (330–700), wulpen (tot 600), kieviten (tot 3.500 in november), grote groepen bergeenden in rui (5.000–7.000), wintertalingen (2.500–5.000), lepelaars (tot 390 in 2023) en kleine zilverreigers (minimaal 45).

De diepere vaargeul naar Antwerpen veroorzaakt sterke stroming en versterkte getijverschillen, wat de natuurlijke dynamiek verstoort. België werkt daarom langs de Schelde zelf ook aan ontpolderingen om meer ruimte voor water en natuurlijke processen te creëren. Samen geven deze maatregelen de Scheldemonding weer meer bewegingsvrijheid — en dat levert direct voordeel op voor de vogels die de Delta aandoen.