Zorgverzekeraars belonen kraamzorg als moeders borstvoeding geven

In dit artikel:

Onderzoek van Argos toont dat het gebruik van een borstvoedingsindicator invloed heeft op de beoordeling en bekostiging van kraamzorgaanbieders. Kraamzorgorganisaties moeten wettelijk kwaliteitsindicatoren aanleveren bij het Nederlands Zorginstituut; één daarvan registreert of baby’s die op de eerste dag uitsluitend borstvoeding krijgen dit ook aan het einde van de kraamzorgperiode nog krijgen. Wordt er op de laatste dag kunstvoeding gegeven, dan telt dat niet als “geslaagde” borstvoeding en daalt de score van de aanbieder.

De openbaar toegankelijke scores worden door verzekeraars gebruikt bij contractering en tariefbepaling. Twee van de vier grootste zorgverzekeraars — CZ (ongeveer 4 miljoen verzekerden) en Zilveren Kruis (circa 3,4 miljoen) — laten de borstvoedingsscore meewegen. Bij CZ kunnen aanbieders met een score van 80% of hoger en aanvullende kwaliteitscriteria in aanmerking komen voor een A‑overeenkomst met het hoogste tarief.

Esther van der Ark van de Nederlandse Beroepsvereniging voor Kraamverzorgenden waarschuwt dat deze praktijk kan leiden tot ongepaste druk op moeders om volledig te blijven borstvoeden, omdat de financiële beloning voor aanbieders aan die uitkomst gekoppeld is. Dit roept ethische en kwaliteitsvraagstukken op over of zo’n indicator de zorg voor moeder en kind inderdaad bevordert of juist zorgbeslissingen beïnvloedt.