Zonnepanelen op het spoor: D66 en CU riskeren duurder en onzekerder treinverkeer
In dit artikel:
De Statenfracties van D66 en ChristenUnie in Groningen willen experimenteren met zonnepanelen tussen spoorrails, met het traject Groningen–Eemshaven als eerste optie. Het plan is geïnspireerd op een Zwitsers proefproject dat eerder dit jaar panelen op het spoor plaatste; D66-fractieleider Paula Benjamins zag die beelden en pleit voor het benutten van “loze” ruimte tussen rails in plaats van landbouwgrond. Voorstanders presenteren het als een innovatieve bijdrage aan de energiemix en een manier om alternatieven voor kernenergie en andere technieken open te houden; ook onderwijsinstellingen zouden bij een proef kunnen worden betrokken.
Tegelijk rijzen serieuze bezwaren. Onderzoek van TÜV Rheinland en signalen van ProRail wijzen op sterk verhoogde onderhoudsdruk: panelen moeten mogelijk bij elk spooronderhoud worden verwijderd, wat de kosten flink opjaagt en vraagt om extra rijksmiddelen. ProRail volgt de Zwitserse praktijk nauwkeurig om vragen over stopmachines, bekabeling en uitvoerbaarheid te beantwoorden. Duurzaamheidsspecialist Thijs ten Brinck waarschuwt dat trillingen en losraken van panelen het treinverkeer kunnen verstoren en dat vlak liggende panelen door vuil en olie minder rendement zullen geven. Het bedrijf Sun‑Ways stelt borstels onder treinen voor om vuil te verwijderen, maar critici betwijfelen de invloed daarvan op levensduur en betrouwbaarheid.
Kortom: het idee wordt in Groningen bekeken als een creatieve manier om ruimte en innovatie te benutten, maar praktische en veiligheidsgerelateerde nadelen — hogere kosten, lagere opbrengst en risico’s voor de dienstregeling — maken een proef noodzakelijk voordat opschaling aan de orde is.