Zonder aftrek hypotheekrente kan starter eigen huis wel vergeten
In dit artikel:
Bijna 4 miljoen Nederlandse huishoudens hebben een hypotheek waarvan de rente momenteel aftrekbaar is bij de inkomstenbelasting. Die regeling — sinds 2013 gekoppeld aan verplichte aflossing en in de praktijk maximaal 30 jaar benutbaar — verlaagt maandelijkse lasten en vergroot zo ook de leencapaciteit van kopers. Voor veel starters is die extra ruimte essentieel om überhaupt een huis te kunnen kopen in een krappe markt.
De regeling kost de staat veel: voor 2024 wordt het voordeel geraamd op ongeveer 11 miljard euro. Linkse partijen (zoals GroenLinks-PvdA) willen de aftrek na een afbouwperiode helemaal afschaffen; het CDA sloot zich daar recent bij aan. VVD en PVV verzetten zich uit vrees dat huiseigenaren flink worden geraakt.
Hypotheekadviseur André van Luijk pleit niet per se tegen beperking van de aftrek, maar vindt dat eigenwoningbezitters dan gecompenseerd moeten worden door verlaging van de inkomstenbelasting, zodat netto-inkomen en draagkracht grotendeels gelijk blijven. Hij waarschuwt dat zonder compensatie leencapaciteit substantieel daalt: een voorbeeld uit het artikel laat zien dat een stel met inkomens van circa 40.000 en 36.000 euro een woning van 350.000 euro met NHG nu nét kan financieren, maar zonder renteaftrek ongeveer 71.000 euro minder kan lenen. Daardoor worden ouders vaak gedwongen mee te tekenen of te helpen schenken; zulke constructies vergroten de afhankelijkheid van familiekapitaal.
Een prijsdaling als tegenwicht is mogelijk, maar volgens Van Luijk duurt dat lang en is die onzeker zolang het woningaanbod klein blijft. Als alternatief voor compensatie wordt genoemd om hypotheekperiodes te verlengen tot 40 jaar (zoals SGP eerder voorstelde) om maandlasten voor jonge kopers te verlagen. Conclusie: afschaffing of versobering van renteaftrek raakt vooral middeninkomens en starters hard, tenzij er gerichte compensatie of andere beleidsmaatregelen komen.