Zo werk je samen aan een beweegvriendelijke schooldag
In dit artikel:
Professionals uit onderwijs, sport, wetenschap en beleid kwamen tijdens het kennisevent “Meer bewegen op het voortgezet onderwijs” bijeen om te bespreken hoe bewegen een vaste plek in de schooldag kan krijgen. In een co-creatie stonden drie vragen centraal: hoe maak je een school beweegrijker, welke beleidskeuzes zijn daarvoor nodig en welke partners moeten samenwerken voor duurzame systeembrede verandering. Bij het gesprek waren onder meer Stedelijk College De Bossche Baan (Eindhoven, winnaar Beweegrijke School Award 2025) en Praktijkschool De Einder (Den Haag) betrokken.
Wat beweegrijkheid in de praktijk oplevert
- Beweging hoort niet alleen bij gym: korte energizers in lessen, actieve pauzes en naschoolse sportaanbiedingen vergroten concentratie en welbevinden.
- Praktische ingrepen variëren van actief meubilair, beweegkaartjes en kleine dansruimtes tot roosterwijzigingen (extra beweeguur, wisseling van verdiepingen) en het aantrekkelijk inrichten van het schoolplein.
- De schoolcultuur is doorslaggevend: enthousiaste docenten als rolmodel, een intern beweegteam en structurele themaweken zorgen voor continuïteit. Betrek leerlingen en ouders bij ontwerp en uitvoering zodat activiteiten aansluiten op hun behoeften.
- Innovatie (gamification, esports, combinaties met muziek of technologie) kan bewegen toegankelijk maken voor leerlingen die minder affiniteit hebben met traditionele sporten.
Beleid dat beweging verankert
- Bewegen moet expliciet in visie en schoolbeleid staan, met heldere doelen die verder reiken dan fitheid: concentratie, motorische ontwikkeling, welzijn en burgerschap.
- Duurzame uitvoering vraagt middelen: structurele financiering, ruimte in het rooster, meerjarenplannen en een duidelijke kartrekker binnen de school.
- Normen helpen normaliseren: minimale beweegtijd, vaste beweegmomenten en aandacht voor balans tussen schermtijd en fysieke activiteit.
- Monitoren van effecten (welzijn, concentratie, deelname) vergroot het draagvlak en maakt resultaten zichtbaar voor personeel én ouders.
Onmisbare partners voor systeemverandering
- Naast LO-docenten zijn alle schoolmedewerkers relevant: directie en bestuur voor middelen en beleid, conciërges en stagiairs voor uitvoering, leerlingen en ouders voor draagvlak.
- Externe partners zoals lokale sportverenigingen, buurtbewoners, gemeente en programma’s als JOGG en Gezonde School leveren kennis, financiering en verbinding met de wijk. Buurtsport- en leefstijlcoaches, GGD en zorgprofessionals zijn belangrijke schakels voor ondersteuning en doorverwijzing.
- Onderzoeksinstellingen en organisaties als Sportservice kunnen helpen bij ontwikkeling, evaluatie en opschaling; bedrijven kunnen praktisch ondersteunen bij inrichting en materiaal.
Conclusie
De aanwezigen zien alle ingrediënten voor verankering van bewegen op het voortgezet onderwijs: concrete ideeën, voorbeelden en betrokken professionals. Een gedeelde motivator — bijvoorbeeld het verbeteren van welzijn van leerlingen — en een gezamenlijke taal tussen alle betrokken partijen blijken cruciaal om van losse initiatieven een blijvend systeem te maken. Voor scholen en bestuurders die willen aansluiten bestaat er een lerend netwerk en meer informatie via o.a. de KVLO.