Zo stimuleer je samen meer en beter bewegen in school en omgeving
In dit artikel:
Landelijke initiatieven om kinderen meer en gevarieerd te laten bewegen richten zich sterk op samenwerking tussen scholen en lokale partners. Het Kenniscentrum Sport & Bewegen bracht een handreiking uit die praktische handvatten biedt voor professionals die op lokaal niveau de beweegambities willen vertalen naar concrete acties.
Beweging op school kan op verschillende manieren worden gestimuleerd, zoals via het 2+1+2-model, de Gezonde School-aanpak of maatwerkprogramma’s in samenwerking met buurtsportcoaches en JOGG-regisseurs. Essentieel is het creëren van een actieve schooldag met afwisseling tussen zitten en bewegen en door aantrekkelijke speelpleinen en klassikale beweeginitiatieven in te richten. Ook het aanmoedigen van fiets- en wandelverkeer naar school, bijvoorbeeld via Schoolstraten, draagt bij aan een beweegrijke start van de dag. Vanaf 2024 is het verplicht dat alle groepen, inclusief kleuters, wekelijks twee uur bewegingsonderwijs krijgen van een vakleerkracht, ondersteund door de KVLO.
Tussen de lessen door kunnen korte, prikkelende ‘energizers’ en beweegpauzes de concentratie en motivatie van kinderen verbeteren. Bewegend leren, waarbij bewegen en lesstof gecombineerd worden, vraagt om zorgvuldige afstemming maar biedt veel potentie. Daarnaast wordt benadrukt dat scholen structureel moeten samenwerken met lokale sportverenigingen en sportprofessionals om ook na schooltijd passend sportaanbod te organiseren, waarbij oog is voor kinderen die minder enthousiast zijn over bewegen.
Het verbinden van school en sportinfrastructuur verloopt via inzet van combinatiefunctionarissen en lokale sportaanbieders, maar ook via kennismakingen met diverse sporten op school. Hiervoor zijn platforms zoals Sportmatch beschikbaar die vraag en aanbod bij elkaar brengen. Lokale sportverenigingen, vaak vrijwilligersorganisaties, hebben ondersteuning nodig van sportprofessionals zoals buurtsportcoaches en clubkadercoaches om duurzame relaties met scholen op te bouwen. Financiële drempels worden weggenomen met hulp van het Jeugdfonds Sport en Cultuur.
Speciale aandacht gaat uit naar kinderen met een motorische achterstand, die minder goed kunnen deelnemen aan sportactiviteiten en daardoor risico lopen op langdurige bewegingsachterstanden. Een effectieve aanpak vereist samenwerking tussen verschillende professionals en een duidelijke signalerings- en ondersteuningsstructuur, bijvoorbeeld via de Ondersteuningsroute Bewegen en Motoriek en inzicht in lokale netwerken met de Wijktekening. Langdurige afspraken en gerichte financiële steun zijn cruciaal om passend aanbod te realiseren, inclusief scholing van deskundigen zoals MRT-specialisten.
Al met al onderstreept de handreiking dat structureel meer en beter bewegen op school vraagt om integrale samenwerking tussen onderwijs, sport en lokale partners, met concrete bouwstenen en voorbeelden die scholen en betrokkenen helpen om de landelijke beweegambities succesvol vorm te geven.