Zo gemakkelijk zijn de leugens van Wilders te weerleggen maar waarom doen de media dat niet?

zondag, 31 augustus 2025 (14:54) - Joop

In dit artikel:

Nederland verkeert volgens de auteur in de grootste politieke chaos sinds de Tweede Wereldoorlog, een toestand die zich volgens hem meerdere keren herhaalt: first met de LPF (2002), later rond de PVV (2012) en nu opnieuw met extreemrechtse populisten in uiteenlopende rollen. De directe aanleiding voor de huidige crisis was het debat in de Tweede Kamer over de val van het kabinet, veroorzaakt door discussies over internationaal recht en de beschuldigingen van genocide in Gaza. Tijdens dat debat hielden politici aan de rechterflank theatrale, vaak misleidende toespraken; de auteur noemt het parlement meer tv-studio dan vergaderzaal geworden.

Frans Timmermans kwam met een inhoudelijk, beschaafd betoog over het juridische en morele kader, maar volgens de schrijver is dat onvoldoende: wat nodig is, is serieus politiek bestuur, niet populistische provocaties. Geert Wilders gebruikte zijn interpellatie voor een bekend verkiezingsverhaal vol overdrijvingen en onjuistheden. De journalistiek, meent de auteur, benoemt die leugens zelden; hij wijst erop dat veel parlementaire verslaggevers mannen zijn die zich persoonlijk niet bedreigd voelen door Wilders en daarom milder reageren. Als tegenvoorbeeld noemt hij Thierry Baudet, die volgens de media pas buitengesloten werd toen hij een directe bedreiging voor de publieke gezondheid en de redactie- en talkshowcultuur bleek.

Concrete voorbeelden van onwaarheden zijn aangedragen: Wilders verspreidde valsheden rond de moord op een meisje genaamd Lisa, waarop de politie later corrigerend optrad omdat zijn uitspraken onrust veroorzaakten voor nabestaanden. Ook beweerde Wilders dat winkelcentra in Rotterdam op zaterdagen op Rabat zouden lijken; de auteur, Rotterdammer, nam daarop een video van zijn zaterdagse wandeling en postte die online. De clip ging binnen 24 uur viraal (meer dan 700.000 weergaven) en diende als weerlegging van dat beeld, waarmee veel Rotterdammers trots en opgelucht reageerden dat de onjuistheid werd ontmaskerd.

Verder signaleert de columnist dubbelzinnigheden in het publieke debat rond antisemitisme en islamofobie. Antisemitische uitlatingen zijn strafbaar onder artikel 137c Sr — hetzelfde artikel waarop Wilders werd veroordeeld — maar de maatschappelijke en mediacontingent lijkt streng te reageren wanneer het om antisemitisme gaat, terwijl vergelijkbare racistische uitingen tegen moslims soms met mildheid of zelfs met applaus worden ontvangen. Een Franse televisiecommentator illustreerde dat: veroordeling voor antisemitisme leidt tot publieke uitsluiting, vergelijkbare haat jegens moslims niet.

De schrijver concludeert dat de situatie ofwel krankzinnig is — steeds dezelfde fouten blijven herhalen — of het resultaat van moedwillige slechtheid. In beide gevallen pleit hij voor daadkrachtig reageren: niet alleen ter bescherming van direct getroffen groepen, maar ook om de fundamenten van de democratie te bewaren.