Zo bouwde miljonair Theo Dietz (1953-2025) zijn gigantische mode-imperium

In dit artikel:

Theo Dietz is op 72‑jarige leeftijd overleden en laat een groot nalatenschap na in de mode- en vrijetijdsindustrie. Zijn handelsmerk was het uitbouwen van surfkleding tot lucratieve merken: in 1978 richtte hij via Joint Services International (JSI) de Europese distributie van O’Neill op en samen met Rob Heilbron transformeerde hij het label in de loop van de jaren tachtig tot een populair surf- en strandmodemerk. In 2006 verkocht Dietz JSI aan Logo International en twee jaar later stapte hij volledig uit het bedrijf, maar hij bleef actief als investeerder. Hij financierde en nam posities in andere labels zoals Brunotti en het zwembroekenmerk Vilebrequin, waardoor zijn imperium zich uitbreidde van surfkleding naar een bredere portefeuille van prestigieuze vrijetijdsmerken.

Dankzij die zakelijke successen werd Dietz lange tijd in Quote’s rijkenlijst genoemd; zijn vermogen werd in het verleden geschat tussen ongeveer €100 en €115 miljoen. Naast mode investeerde hij ook in vastgoed en leisure: in 2008 opende hij samen met vastgoedondernemer Hans van Veggel de golfclub Groendael in Wassenaar, een locatie die zowel sportieve als zakelijke netwerkmogelijkheden bood. Dietz had ook nauwe persoonlijke relaties met de Nederlandse koninklijke familie: zijn vrouw Mariska, interieurontwerpster en goede vriendin van koningin Máxima, zou hebben bijgedragen aan stylingprojecten in paleizen, en Dietz werd gerekend tot de kennissenkring van koning Willem‑Alexander. Het echtpaar woonde jarenlang in een luxe grachtenpand aan de Keizersgracht, dat drie jaar geleden voor circa €2,75 miljoen werd verkocht. Zijn nalatenschap blijft zichtbaar in de merken en netwerken die hij hielp opbouwen.