Zijn vliegreizen voor klimaattop te verantwoorden? "Diplomatie werkt en je moet fysiek aanwezig zijn"

woensdag, 19 november 2025 (05:35) - VRT Nieuws

In dit artikel:

De discussie rond de klimaattoppen spitst zich toe op een spanning tussen de CO2-kosten van reizen naar COP-conferenties en de diplomatieke opbrengst van fysieke aanwezigheid. Klimaatactivisten hekelen jaarlijks de vele vluchten naar die VN-toppen — in Glasgow (2021) veroorzaakten onder meer 400 privéjets veel verontwaardiging — maar voorstanders wijzen erop dat onderhandelingen ter plekke grote, langetermijnwinst kunnen opleveren voor het klimaat.

De deelnemersaantallen zijn de voorbije jaren sterk gestegen: van ongeveer 16.000 in Bonn (2017) naar een piek van circa 83.000 in Dubai (2023). CarbonBrief rekende uit dat COP in Azerbeidzjan (2024) rond de 67.000 aanwezigen telde en dat voor COP30 in Brazilië (Belém) een daling naar zo’n 50.000 wordt verwacht — onder andere door een tekort aan hotelkamers en zeer hoge prijzen. Het is lastig precies te berekenen hoeveel CO2 al die verplaatsingen veroorzaken; voor de Britse delegatie alleen ging het vorig jaar om ongeveer 338 ton. Voor een hele COP wordt soms rond de 100.000 ton genoemd.

Tegenover die uitstoot zetten voorstanders de potentiële emissiereducties die uit onderhandelde afspraken voortkomen. Analyses wijzen uit dat klimaattoppen sinds het klimaatakkoord van Parijs (2015) hebben bijgedragen aan betere langetermijnscenario’s — een verwachte opwarming van rond 2,6°C in plaats van 4°C — wat neerkomt op besparingen van vele miljarden tonnen CO2, veel meer dan de uitstoot door reizen naar de conferenties. Zelfs een bescheiden wereldwijde vermindering van 0,1 procent door één COP zou ongeveer 50 miljoen ton schelen, volgens berekeningen.

Wetenschappers en ngo’s erkennen het dilemma. Klimaatonderzoeker Wim Thiery stelt dat kritiek terecht is maar pleit voor consistentie: vergelijkbare grote evenementen (wereldkampioenschappen voetbal, Olympische Spelen, NAVO-toppen) hebben vaak een veel grotere klimaatvoetafdruk. Thiery en anderen vinden dat deelname wel slanker kan — bij voorkeur beperken tot onderhandelaars die fysiek aanwezig moeten zijn om politieke akkoorden te smeden — omdat echte onderhandelingen volgens hen betere dynamiek hebben dan digitale bijeenkomsten. Jan Mertens (denktank Oikos) en Joeri Thijs (Greenpeace) onderstrepen dat fysieke aanwezigheid vaak noodzakelijk blijft om bruggen te bouwen en expertise in te brengen, maar dat de samenstelling van de delegaties strakker kan: in Dubai waren bijvoorbeeld bijna 2.500 lobbyisten uit de fossiele sector aanwezig.

Kort samengevat: de klimatop genereert aanzienlijke reiskosten voor het klimaat, maar haar rol als forum voor essentiële, persoonlijke diplomatie wordt door veel betrokkenen gezien als zwaarder wegend argument — mits er serieuze inspanningen komen om deelnemersaantallen en de aanwezigheid van fossiele lobbyisten te verminderen.