Zijn Nederlandse mannen écht stiekeme smeerlappen die massaal kinderen misbruiken op vakantie?

zaterdag, 13 september 2025 (05:55) - Wynia's Week

In dit artikel:

De columnist maakt twee kritiekpunten: enerzijds bespot hij de manier waarop Femke Halsema met cijfers jongleerde door Nederlanders met een Nederlandse paspoort maar met migratieachtergrond (bijvoorbeeld Somaliërs en Afghanen) als ‘autochtoon’ te laten meetellen; Jan van de Beek corrigeerde die framing en maakte helder dat niet‑autochtonen sterk oververtegenwoordigd zijn bij zedenmisdrijven. Anderzijds ontkracht hij een recent NSCR-onderzoek dat stelt dat jaarlijks minstens 20.000 Nederlandse mannen in het buitenland kinderen seksueel misbruiken (TSK), en in totaal zo’n 150.000 daders zou tellen.

Belangrijkste punten over de NSCR-studie en waarom die onbetrouwbaar is:
- De cijfers zijn gebaseerd op een online-enquête van bijna 9.400 mannen, uitgevoerd via een commercieel internetpanel dat respondenten tegen een kleine beloning werft. Het onderzoeksbureau gaf geen informatie over non‑respons, waardoor representativiteit oncontroleerbaar is.
- Binnen die steekproef zei 6,3% van de deelnemers dat zij ooit als verdachte van een zedendelict bij de politie stonden. Dat percentage staat haaks op officiële CBS‑cijfers: er zijn in totaal slechts enkele duizenden mannelijke verdachten van zedendelicten in Nederland, wat een zeer veel lagere proportie oplevert. Deze discrepantie wijst erop dat de steekproef niet representatief is en mogelijk veel respondenten bevat die eerder betrokken waren bij seksdelicten of die de enquête niet serieus invulden.
- 214 respondenten verklaarden ooit in het buitenland seks met een minderjarige te hebben gehad. De onderzoekers extrapoleerden dat naar de hele mannelijke bevolking en kwamen zo op de genoemde 20.000 per jaar en 150.000 in totaal. De columnist betoogt dat die rekensom onhoudbaar is gegeven de vooringenomen steekproef en de onverklaarde hoge zelfmelding van politieverdachten.
- Er zijn vreemde patronen in de gerapporteerde bestemmingslanden: Noorwegen wordt net zo vaak genoemd als de Filipijnen, terwijl landen die bekend staan om kindersekstoerisme (zoals Cambodja) opvallend ontbreken. Ook klopt het beeld niet met het aantal daadwerkelijke aanhoudingen en veroordelingen in die landen, wat de plausibiliteit van de claims ondermijnt.
- De controles op serieuze deelname zijn zwak: alleen te snelle invullers werden geweerd en men haalde respondenten eruit die zelf aangaven de vragen niet serieus te hebben beantwoord. Dat is onvoldoende om trolling, fantasierijke antwoorden of meervoudige accounts uit te sluiten.

De columnist concludeert dat het NSCR-rapport geen betrouwbare basis biedt om te stellen dat 1 op de 45 Nederlandse mannen kindersekstoerist is. Zulke overdreven, slecht gefundeerde cijfers kunnen wel leiden tot massale veralgemeningen en het collectief beschuldigen van alle mannen — iets wat hij ook bij de “woke”-reacties signaleert, waarbij het gesprek wordt teruggebracht tot “alle mannen zijn potentiële daders”. Tegelijk benadrukt hij dat transnationaal seksueel misbruik en kindermisbruik serieuze misdrijven zijn die hard moeten worden aangepakt; echte daders verdienen zware straffen en beleid moet gebaseerd zijn op zorgvuldig, controleerbaar onderzoek, niet op fluctuerende online‑panelen en onverklaarde extrapolaties.

Kortom: de columnist waarschuwt tegen het blind overnemen van spectaculaire onderzoeksuitslagen zonder aandacht voor methode, representativiteit en plausibiliteit, omdat dat zowel de publieke discussie als beleidsvorming kan vervormen.