Zijn eigen schorsing bewijst het gelijk van Jimmy Kimmel - en toont Trumps macht over de media
In dit artikel:
ABC heeft talkshow Jimmy Kimmel Live per direct en voor onbepaalde tijd uit de ether gehaald, na uitspraken van presentator Jimmy Kimmel over de moord op extreemrechts activist Charlie Kirk. Het besluit werd donderdag bekendgemaakt, enkele dagen nadat Kimmel maandag in zijn monoloog opmerkingen maakte over de verdachte Tyler Robinson (over wiens motief nog niets bekend is) en suggereerde dat Republikeinen de gebeurtenis politiek uitbuiten. Kimmel, een bekende criticus van Trump, bespotte ook een recent interview van de president over de zaak.
De onmiddellijke aanleiding voor de verwijdering waren beslissingen van de twee grootste eigenaren van lokale Amerikaanse tv-stations, Nexstar en Sinclair, om Kimmels show niet langer uit te zenden. Kort daarna trok netwerk ABC — opdrachtgever van het programma en onderdeel van Disney — de stekker eruit. Sinclair vervangt dit vrijdag Kimmels tijdslot door een eerbetoon aan Kirk en eist dat Kimmel zich verontschuldigt, een constructief gesprek voert met ABC en een donatie doet aan Turning Point USA voordat hij terug mag keren.
De affaire kreeg extra lading door kritiek van Brendan Carr, voorzitter van de Federal Communications Commission (FCC) en door Trump benoemd, die Kimmels gedrag scherp veroordeelde en subtiel suggereerde dat de FCC kon ingrijpen tegen ABC. Dat dwong media-eigenaren in een lastig positie: Nexstar en Sinclair zitten zelf in overnameprocedures waarvoor FCC-goedkeuring nodig is, wat de relatie tussen politieke druk en zakelijke belangen benadrukt.
Historicus Andrew Gawthorpe (Universiteit Leiden) stelt dat de regering-Trump overnames en machtspatronen heeft gevormd waardoor bedrijven vatbaarder zijn voor politieke druk, met zelfcensuur als gevolg. Volgens hem illustreert het incident hoe media terughoudender worden om kritisch te zijn uit angst voor repercussies. Trump zelf prees ABC’s besluit op TruthSocial als "geweldig nieuws voor Amerika" en spoorde andere netwerken aan vergelijkbare acties te ondernemen.
De zaak roept vragen op over vrije meningsuiting, de rol van regulering door de FCC en de manier waarop politieke invloed en zakelijke belangen elkaar in de Amerikaanse mediawereld beïnvloeden. Juridisch ingrijpen door de FCC zou complex zijn, maar de situatie toont hoe politieke druk mediabeslissingen kan sturen.