Zijn economische sancties bloediger dan oorlog?
In dit artikel:
Een nieuwe studie van economen van het Center for Economic and Policy Research (CEPR) concludeert dat economische sancties jaarlijks grofweg 554.000 dodelijke slachtoffers veroorzaken — een aantal vergelijkbaar met het totaal aan oorlogsslachtoffers inclusief burgers. De bevinding, gepubliceerd vorige maand in The Lancet en gebaseerd op data uit 152 landen over de periode 1971–2021 (onderzoekers: Mark Weisbrot, Francisco Rodríguez en Silvio Rendón), stelt dat sancties vaker meer schade aanrichten dan effect hebben op het beoogde politiek resultaat.
Sancties nemen verschillende vormen aan — handelsembargo’s, financiële uitsluiting en het bevriezen of confisqueren van buitenlandse bezittingen — en worden al decennia ingezet tegen regimes als die van Noord-Korea, Afghanistan en Iran, en tegen landen in Afrika en Latijns-Amerika zoals Zimbabwe, Cuba en Venezuela. Ze worden vaak gepresenteerd als een vreedzamer alternatief voor militaire acties, maar de studie toont dat de menselijke tol enorm is en dat het beleid in veel gevallen de machthebbers niet van hun positie berooft; langdurige voorbeelden zoals het zestigjarige embargo tegen Cuba illustreren die beperktheid.
De slachtoffers van sancties zijn overwegend kwetsbaar: meer dan de helft betreft kinderen van 0–15 jaar, en ongeveer 25 procent betreft mensen boven 60. De meeste doden vallen bij sancties opgelegd door de Verenigde Staten en de Europese Unie; bij VN-sancties wordt volgens de onderzoekers tenminste vaker geprobeerd de humanitaire gevolgen te beperken. Tegelijkertijd is het aantal landen dat onder sancties leeft gegroeid: van circa 8 procent in de jaren zestig tot ongeveer 25 procent nu.
Concreet voorbeeld: Syrië. De studie en rapporten van VN-rapporteurs wijzen erop dat sancties gericht op bouw en machine-industrie de wederopbouw hebben belemmerd en zo het civiele leven zwaar treffen. Een speciale VN-rapporteur concludeerde na een bezoek dat die handelsmaatregelen de mensenrechten schonden en een effectief herstelprogramma in de weg stonden. Kritische waarnemers vergelijken het effect van sancties met het doden van een vlieg met een voorhamer: het probleem wordt soms geraakt, maar de bijkomende verwoesting is groot.
De auteurs en andere critici karakteriseren het huidige gebruik van sancties als immoreel en ontoereikend: het beleid treft voornamelijk de armen en zwakken, vergroot menselijk lijden en levert zelden de geopolitieke omwentelingen op die ermee worden beoogd. De studie roept impliciet op tot heroverweging van sanctiepraktijken en tot zoeken naar alternatieven of strengere humanitaire waarborgen om onbedoelde, dodelijke nevenschade te beperken.