Zij waren bij het massale Rode Lijn-protest: 'Dit kan niet langer doorgaan'
In dit artikel:
Tienduizenden mensen trokken vandaag in rood gekleed door Amsterdam, vanaf het Museumplein, met Palestijnse vlaggen en borden tegen het geweld in Gaza. De organisatie spreekt van een recordopkomst van rond 250.000 deelnemers; het was de derde — en volgens de organisatoren grootste — editie van de Rode Lijn-demonstraties, na twee grote bijeenkomsten eerder in Den Haag.
Tijdens de betoging deelden meerdere aanwezigen hun persoonlijke motivatie. Ayman (43), zijn vrouw Reem en hun zoon Zain zijn Palestijnse vluchtelingen die in 2013 via Syrië in Nederland terechtkwamen. Ayman is voorzitter van de Palestijnse Gemeenschap Nederland en demonstreert regelmatig. Hij eist meer daadkracht van Den Haag: politieke en economische druk op Israël, onder meer door te stoppen met de aankoop van Israëlische wapens, en prioriteit voor humanitaire hulp in Gaza. Hij kijkt met argwaan naar het vredesplan van de Amerikaanse president en benadrukt de wens om uiteindelijk naar Palestina terug te keren.
Jilles (41), recent vader en afstammeling van de Israëlische mensenrechtenadvocate Tamar Pelleg Sryck, ziet het protest als lesmateriaal voor zijn dochter: je moet opkomen tegen onrecht. Ook hij wil dat Nederland de banden met Israël aanscherpt of verbreekt en wijst op de tegenstelling met de Nederlandse reactie op de Russische inval in Oekraïne.
Andere deelnemers, zoals Joyce (48) en haar vriendin Saskia (53), kwamen omdat de situatie hen intens verdrietig maakt en ze hoop putten uit gezamenlijke actie. Nienke (47) was er voor het eerst met haar twee dochters; zij roept de Nederlandse regering op zieke kinderen op te nemen en de steun aan Israël te staken. Meerdere betogers, waaronder Siham (35) en Laila (28), benaderen het conflict vanuit een mensenrechtenperspectief: zij vinden dat de regering duidelijk moet aangeven dat zij genocide verwerpt en dat elk leven gelijkwaardig moet worden behandeld.
Samengevat was de demonstratie een brede, emotionele oproep aan de Nederlandse politiek voor zwaardere druk op Israël, meer humanitaire inzet voor Gaza en wantrouwen tegenover internationale voorstellen die door deelnemers als onduidelijk of onvoldoende worden gezien.