Ziekenhuizen in Nederland kunnen nog meer doen tegen de oorlogsmisdaden in Gaza

donderdag, 4 september 2025 (20:44) - De Volkskrant

In dit artikel:

De auteur begint met een persoonlijke reactie op twee jaar aan gruwelijke beelden uit Gaza: niet alleen de foto’s van verminkte kinderen schokken, maar juist de filmpjes van spelende en lachende kinderen die de tragiek des te schrijnender maken. Tegen die achtergrond bekritiseert hij het besluit van een Kamermeerderheid (VVD, PVV, BBB, SGP, FvD en JA21) om een motie van Esther Ouwehand (PvdD) en Jimmy Dijk (SP) te verwerpen die zou toelaten dat enkele zwaar zieke Palestijnse kinderen in Nederlandse ziekenhuizen worden behandeld. De regering vindt behandeling in de regio effectiever; de auteur noemt dat onhoudbaar nu regionale zorginstellingen en ziekenhuizen in Gaza zwaar beschadigd zijn of nauwelijks functioneren.

Volgens de WHO hebben landen als Egypte, de VAE, Qatar en Turkije al duizenden Palestijnen opgenomen; de EU telde per 27 augustus slechts 288 patiënten en Nederland stond op nul. Gaza-ziekenhuizen werken vaak onder chaos: operaties op de vloer, zonder narcose of antibiotica, en medicatie wordt bij de grens tegengehouden. Mede daarom verklaarden de universitaire medische centra (UMC’s) in Nederland dat ze klaar zouden staan om kinderen op te vangen en reageerden zij kritisch op het Kamerbesluit. Dat morele signaal waardeert de auteur, maar hij ziet ook een grote inconsistentie.

Die discrepantie zit in de voortgezette samenwerkingen tussen Nederlandse UMC’s en Israëlische medische en academische instellingen die volgens critici nauw verweven zijn met het militaire en koloniale apparaat. De Joods-Israëlische antropoloog Maya Wind toont in haar boek aan hoe universiteiten en onderzoekscentra in Israël kennis, technologie en legitimiteit leveren aan het regime. Ook ziekenhuizen zoals Rambam in Haifa (beschreven als een ‘national strategic asset’) en het van oorsprong militaire Sheba Medical Center onderhouden nauwe banden met het Israëlische leger. Nederlandse UMC’s zetten de afgelopen twee jaar nog onderzoeksprojecten samen met dergelijke instellingen voort, schrijft de auteur, terwijl Palestijnen al jaren systematisch belemmerd worden in het verkrijgen van specialistische zorg.

De internationale medische gemeenschap reageert steeds harder: in The Lancet werd opgeroepen tot veroordeling van de vernietiging van Gaza’s zorgsysteem en tot verantwoording van de Israeli Medical Association (IMA); de British Medical Association heeft zich al gedistantieerd van de IMA. De auteur suggereert ook economische druk als instrument, bijvoorbeeld door alternatieven te kiezen voor producten van het Israëlische farmabedrijf Teva.

De kernvraag is volgens de schrijver: waarom volstaat morele verontwaardiging van Nederlandse UMC’s niet terwijl zij tegelijkertijd relaties in stand houden die het geweld en de bezetting legitimeren? Zijn advies is helder en tweeledig: blijf gewonde Palestijnse kinderen en andere slachtoffers behandelen, maar knip gelijktijdig alle samenwerkingen met Israëlische instellingen die bijdragen aan de bezetting, apartheidsstructuren of oorlogsinspanningen af. Werk voortaan alleen samen met instellingen, bedrijven en onderzoekers die zich expliciet uitspreken tegen die praktijken — aldus de enige moreel houdbare koers, volgens de auteur.