Zeker zestien doden bij brand in kledingfabriek Bangladesh

In dit artikel:

Bij een grote brand gisteren in een kledingfabriek in Dhaka zijn minstens zestien mensen omgekomen; drie anderen raakten ernstig gewond en worden behandeld in het nationale brandwondencentrum. De slachtoffers waren zo zwaar verbrand dat hun identiteit met DNA‑onderzoek vastgesteld moet worden, meldt de lokale brandweer.

De brand ontstond in de ochtend in een chemisch magazijn; rond 11.45 uur kwamen de eerste meldingen binnen en brandweerteams blusten tot in de avond met twaalf brandweerwagens. Brandweercommandant Mohammad Tajul zei dat lichamen op de tweede en derde verdieping werden aangetroffen. Onderzoek wijst uit dat werknemers het dak niet konden bereiken omdat een traliedeur op slot zat. Ook was er volgens hem sprake van een chemische explosie; vrijgekomen gassen zorgden er mogelijk voor dat mensen bewusteloos raakten en niet konden ontsnappen.

Ooggetuigen meldden dat in het magazijn bleekpoeder, plastic en waterstofperoxide lagen opgeslagen — stoffen die bij het verven en bleken van textiel worden gebruikt. Tajul stelde dat de fabriek en het chemische magazijn geen brandveiligheidsplan hadden.

Bangladesh heeft na China de grootste kledingindustrie ter wereld; ongeveer 4 miljoen mensen werken er, vooral vrouwen. UNICEF schat dat rond 1,7 miljoen kinderen van 5 tot 17 jaar in de sector werken. Het is nog onbekend of er kinderen onder de doden zijn. Buiten de fabriek wachtten bezorgde familieleden; een vader zei tegen persbureau Reuters: "Toen ik over de brand hoorde, ben ik er meteen heen gerend. Maar ik heb haar nog steeds niet gevonden. Ik wil gewoon mijn dochter terug."