Zeggen dat aardgaswinning in de Groninger velden wel veilig kan, is zout in een open wond strooien | opinie
In dit artikel:
Grietje Sporrel uit Leermens beschrijft de schok en angst na de aardbeving van 3,4 op 14 november bij Zeerijp: een plotselinge knal midden in de nacht, huizen die schudden en gezinnen die weer geconfronteerd worden met onveiligheid en onversterkte woningen. In het dorpshuis deelden bewoners hun ervaringen; politici en media zochten het epicentrum op, maar de onrust strekt zich uit over een groot deel van Groningen.
Sporrel verwijst naar de parlementaire enquête en het besluit van de Eerste Kamer op 16 april 2024 om het Groningerveld definitief te sluiten. De commissie concludeerde dat de belangen van Groningers jarenlang zijn genegeerd, dat er een ereschuld bestaat en dat beloften over schadeafhandeling en woningversterking onvoldoende zijn nagekomen. De versterkingsoperatie loopt zo veel vertraging op dat die nog zeker tien jaar zal duren, en de term ‘leveringszekerheid’ werd volgens het onderzoek als rookgordijn gebruikt.
Tegelijkertijd is er volgens Sporrel een schrille tegenstelling tussen beleidsuitspraken als ‘Groningers boven gas’ en het verlenen van nieuwe vergunningen voor winning in kleine velden en bij Ternaard onder de Waddenzee. Die winningen veroorzaken ook hier grondbewegingen, scheuren en psychische stress. Ze vraagt zich af hoe ouders hun kinderen kunnen geruststellen en veroordeelt het idee dat gaswinning ‘veilig’ zou zijn als het negeert wat bewoners dagelijks meemaken. Voor haar is duidelijk: het voortzetten of uitbreiden van winning raakt een open wond en is onaanvaardbaar zolang huizen en mensen niet écht beschermd zijn.