Zeeuwse traditie om zeegroenten te snijden verdwijnt langzaam maar zeker
In dit artikel:
Al eeuwen gaan Zeeuwen in het vroege zomerhalfjaar met emmer en mes naar de buitendijkse schorren van de Oosterschelde om zeegroenten als lamsoor en zeekraal te snijden. Die traditie, ooit vooral voedsel voor de armere bevolking en nu een culinaire delicatesse, komt steeds meer onder druk te staan doordat natuur- en milieuregels worden aangescherpt om broedvogels en kwetsbare habitats te beschermen.
Deze week besloot de provincie Zeeland het snijseizoen verder in te korten. Waar men tot nu toe van 15 april tot 1 september mocht snijden, begint het toegestane seizoen volgend jaar pas op 15 juli. Dat tijdstip valt ná het groeipiek van de planten, waardoor opbrengst en smaak verminderen. Provinciebestuurder Wilfried Nielen (BBB) noemt het besluit onplezierig maar onontkoombaar: de risico’s op verstoring van broedvogels zijn volgens hem te groot om vergunningen te blijven verlenen.
De maatregel trof vaste snijders hard. Co Schot uit Zierikzee, wiens vader en grootvader ook sneden, noemt het onderdeel van het Zeeuwse DNA en verzet zich fel tegen de ingreep. Hij betwist dat snijders de schorren onnodig verstoren en wijst op jarenlange ervaring van lokale gebruikers die volgens hem precies weten waar ze wel en niet mogen komen.
Lamsoor en zeekraal groeien vooral op schorren rond Schouwen‑Duiveland, Sint Philipsland en Tholen, gebieden die deel uitmaken van Natura 2000. Sinds de Deltawerken is het oppervlak aan slikken en schorren gedaald; om overbevissing door recreanten te beperken geeft de provincie sinds de jaren 90 vergunningen. Er zijn jaarlijks 284 vergunningen beschikbaar, maar vanwege veel meer geïnteresseerden wordt loting toegepast; fanatieke snijders kunnen daardoor jaren moeten overslaan.
Voor 2026 blijven slechts zes locaties over waar legaal gesneden mag worden: Ouwerkerk, Sint‑Annaland, Rilland, Neeltje Jans en twee stukken bij Anna Jacobapolder. Een schor bij Neeltje Jans is vrijgesteld van de nieuwe beperking omdat er geen broedvogels zitten; het werd recentelijk toegankelijk via het themapark bij de Oosterscheldekering. Anderzijds verloor Zierikzee een gebied nadat er de beschermde Noordse woelmuis werd aangetroffen. Al eerder beperkten terreinbeheerders de meeneemhoeveelheid van 2,5 naar 1 kilo per keer.
De aanleiding voor de nieuwste aanscherping is een onderzoek van Arcadis dat stelt dat snijden tijdens het broedseizoen in strijd kan zijn met Natura‑regels doordat het verstoring en mogelijk populatieverlies van vogels kan veroorzaken. Die conclusie staat centraal in het conflict tussen lokale traditie en provinciale verplichtingen om kwetsbare vogelpopulaties te beschermen. Voorstanders van de traditie hopen dat Provinciale Staten het besluit nog kunnen terugdraaien; de provincie houdt vooralsnog vast aan behoud van foerageer‑ en broedgebieden als prioriteit.