Xi en Poetin die filosoferen over 150 jaar oud worden: is langer leven droom of werkelijkheid? (en hoe kan dat eventueel?)
In dit artikel:
Tijdens een militaire parade in Peking werd een privégesprek tussen Xi Jinping en Vladimir Poetin, opgevangen door een voortdurend acterende microfoon, openbaar: Xi noemde dat mensen deze eeuw mogelijk 150 jaar kunnen worden, terwijl Poetin verwees naar biotechnologische vooruitgang zoals orgaantransplantaties en het aanpakken van cellulaire veroudering — zelfs met de suggestie van onsterfelijkheid.
Levensduur hangt zowel van leefstijl als van erfelijke factoren af. Centraal in het verouderingsonderzoek staan telomeren: beschermkapjes aan het einde van chromosomen die vergelijkbaar zijn met de kunststof uiteinden van schoenveters. Hoe korter die telomeren, hoe meer celdelingen en schade; langere telomeren correleren vaak met een jongere biologische leeftijd. Moleculair epidemioloog Dries Martens legt uit dat telomeerlengte al bij baby’s verschilt, wat deels verklaart waarom mensen van gelijke kalenderleeftijd er verschillend uitzien.
Het idee om telomeren te verlengen of cellen te “herprogrammeren” is onderwerp van veel onderzoek en commerciële interesse. Er bestaan supplementen en experimenten die enzymen als telomerase zouden activeren, maar er is nog geen overtuigend bewijs dat telomeerverlenging levensduur bij mensen daadwerkelijk verlengt. Bovendien bestaat het risico dat langere cellevens het ontstaan van kanker bevorderen. Martens wijst op de snelle groei van de verouderingswetenschap wereldwijd en noemde figuren als David Sinclair als experimentele koplopers.
Ook orgaanvervanging biedt geen volledige oplossing, aldus verouderingsonderzoeker Sven Bulterijs. Vervangen van hart, lever of nieren is technisch mogelijk, maar het brein kun je niet zonder meer vervangen zonder identiteit te verliezen; spierverlies, bot- en vaatveroudering en huidveroudering blijven probleemgebieden. Veelbelovend lijken geneesmiddelen die veroudering remmen: metformine (oorspronkelijk tegen diabetes) en rapamycine tonen in dierstudies levensverlengende effecten, maar grootwaardig menselijk bewijs ontbreekt nog. Gentherapieën en telomerase-activerende technieken verlengden levens van muizen met tientallen procenten, maar menselijke proeven zijn nog in een pril stadium.
Kortom: wetenschappelijke vorderingen maken verlenging van de levensduur plausibel, maar de sprong naar 150 jaar of onsterfelijkheid blijft speculatief zolang grootschalige, lange termijnstudies bij mensen ontbreken — tenzij sommige landen werkelijk veel verder zijn in geheim onderzoek.