Wordt een kerk homovriendelijker door de Bijbelse norm los te laten?
In dit artikel:
Zaterdag, op Coming Out Dag (een initiatief uit 2009 van oud-minister Ronald Plasterk), publiceerde het Europees Forum van christelijke lhbti-groepen voor de tweede keer een ‘regenboogindex’ voor kerken. Onderzoekers onderzochten hoe 46 Europese kerken en religieuze gemeenschappen omgaan met homoseksualiteit en constateren een lichte verbetering sinds de vorige meting in 2021. Als voorbeeld noemen zij de synode van de Nederlandse Gereformeerde Kerken, die dit voorjaar alle ambten opende voor homoseksuele paren en hen uitnodigde deel te nemen aan de maaltijd van de Heer.
De Protestantse Kerk in Nederland staat op de zevende plaats en scoort iets hoger op inclusiviteit dan eerder. De onderzoekers wijzen echter op tekortkomingen, onder meer in het taalgebruik: de PKN gebruikt andere termen voor relaties tussen gelijkgeslachtelijke paren dan voor het heteroseksuele huwelijk, wat volgens hen een heteronormatieve hiërarchie in stand houdt.
De publicatie roept ook kritiek op: het Europees Forum pleit voor verdere verwijdering van de traditionele Bijbelse norm dat huwelijk een levenslange verbintenis tussen één man en één vrouw is. De auteur van het artikel waarschuwt dat hogere scores op de regenboogindex een last kunnen vormen voor kerken en gelovigen die vasthouden aan die traditionele lijn, én dat mensen die worstelen met hun seksuele identiteit niet over het hoofd mogen worden gezien. Volgens de schrijver verdient die kwetsbare groep juist een veilige, warme plek binnen de gemeente — een aandachtspunt dat het Europees Forum in zijn beoordeling onvoldoende belicht.