Europees Parlement zwakt EU-klimaatdoel voor 2040 af

donderdag, 13 november 2025 (15:38) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Het Europees Parlement stemde donderdag voor versoepelingen van klimaat- en duurzaamheidsregels: bedrijven krijgen minder strikte rapportageverplichtingen en het tussentijdige klimaatdoel voor 2040 is uitgehold. Formeel blijft het Parlement inzetten op 90 procent minder CO2-uitstoot ten opzichte van 1990 in 2040, maar vanaf 2036 mogen lidstaten vijf procent van hun benodigde emissiereducties in het buitenland afkopen (bijvoorbeeld via financiering van een windpark in Afrika). Komt tijdens een tussenevaluatie naar voren dat het doel onhaalbaar is, dan kan nog eens vijf procent extra buiten de EU worden gecompenseerd.

Ook wordt de geplande brandstofbelasting (ETS2), die consumenten aan de pomp zou treffen, een jaar uitgesteld tot 2028. Critici waarschuwen dat deze koers het risico vergroot op een ‘hockeystick’-scenario: lange periodes van uitstel gevolgd door een plotselinge, intensieve inspanning om het uiteindelijke 2050-netzero-doel nog te halen. Ter vergelijking: voormalig Eurocommissaris Frans Timmermans streefde naar 55 procent minder uitstoot in 2030, maar de laatste openbare cijfers uit 2023 tonen slechts een daling van 37 procent sinds 1990.

Politiek was de stemming opvallend: de grootste fractie, de christendemocratische EVP, sloot voor het eerst een meerderheid met (radicaal)rechtse partijen om het zogenoemde omnibuspakket I door te drukken. Daarmee brak de EVP met de gebruikelijke middencoalitie van sociaaldemocraten en liberalen. De maatregelen betreffen twee belangrijke richtlijnen: de duurzaamheidsrapportagerichtlijn (CSRD) en de richtlijn voor zorgplicht van bedrijven (CSDDD). Een meerderheid in het Parlement wil dat die regels alleen voor de aller-grootste ondernemingen gelden en dat bedrijven niet langer verplicht zijn te laten zien hoe hun beleid aansluit op de doelen van het klimaatakkoord van Parijs.

De verschuiving weerspiegelt dat veel lidstaten huidige economische en defensieprioriteiten laten wegen in plaats van striktere klimaatambities, met mogelijk verstrekkende gevolgen voor de geloofwaardigheid en effectiviteit van de EU-klimaatstrategie.