Wilders kreeg meer stemmen dan Jetten bij Kamerverkiezingen
In dit artikel:
Geert Wilders is bij de recente verkiezingen de individuele populairste lijsttrekker geworden: hij kreeg ruim 1,66 miljoen voorkeurstemmen, meer dan D66-voorman Rob Jetten (iets meer dan 1,2 miljoen). Ook CDA-leider Henri Bontenbal behaalde meer dan één miljoen stemmen. De cijfers betreffen de uitslagen van 19 van de 20 kieskringen plus het nationaal briefstembureau (stemmen van Nederlanders in het buitenland); de definitieve uitslag volgt na de nog ontbrekende gegevens uit Bonaire, Sint‑Eustatius en Saba. De Kiesraad stelt vrijdag de einduitslag vast.
Wilders trok bijna 95% van de PVV-stemmen naar zich toe; dat hangt samen met de sterke centrering van de partij rond hem (hij is het enige partijlid en vaste boegbeeld). Jetten kreeg bijna 68% van de D66-stemmen. Ter vergelijking: bij de Kamerverkiezingen van 2023 had Wilders ruim 2,2 miljoen voorkeurstemmen en Jetten 437.000 — dit jaar daalde Wilders’ totaal met circa 25% terwijl Jetten zijn aantal met ongeveer 176% zag toenemen.
Bij meerdere partijen bleek de lijsttrekker minder dominant: Frans Timmermans (GroenLinks‑PvdA) kreeg circa 520.000 voorkeurstemmen tegen ruim 832.000 voor andere kandidaten van zijn lijst (ongeveer 38% van de partijkiezers koos voor hem); na de exitpolls kondigde hij zijn vertrek aan. Ook VVD-leider Dilan Yeşilgöz kreeg minder dan de helft van de VVD-voorkeurstemmen (ruim 690.000 vs ruim 814.000 voor lager geplaatste kandidaten). Populaire niet-lijsttrekkers waren onder meer Vincent Karremans (ruim 329.000 stemmen) en Ruben Brekelmans (bijna 167.000). Bij de BBB koos bijna 44% voor Caroline van der Plas en bijna 40% voor Mona Keijzer; Laurens Dassen ontving zo’n 47% van de Volt-stemmen.
De uitslag illustreert grote verschillen in persoonlijkheidskracht tussen partijen: sommige leiders domineren vrijwel alle partijkeuzes, terwijl bij andere partijen voorkeurstemmen de balans tussen meerdere kandidaten veranderen.