Wilders herdenkt moord op Van Gogh: "De islam hoort niet bij Nederland - de strijd tegen terreur moet harder dan ooit"

In dit artikel:

Op de dag dat Nederland stilstaat bij de moord op filmmaker Theo van Gogh (2 november 2004), gebruikt Geert Wilders het moment om scherp uit te halen: volgens hem is de vrijheid nog steeds bedreigd en hoort de islam niet bij Nederland. Op X herinnert hij aan de moord door de geradicaliseerde Mohammed B. en eist hij een hardere aanpak van wat hij als islamitisch terrorisme bestempelt.

Wilders verwijt andere politici dat ze de zaak verdoezelen met termen als “extremisme” of “radicalisering”, en stelt dat Den Haag te weinig doet om wijdverbreide ideologische bedreigingen te keren. Hij presenteert de strijd niet als gericht tegen individuele gelovigen, maar tegen een politiek-religieuze ideologie die volgens hem in strijd is met westerse waarden. Daarmee herhaalt hij al meer dan twee decennia zijn vaste boodschap: vrijheid moet actief worden verdedigd en het benoemen van het gevaar is het begin daarvan.

In de tekst komen ook verwijzingen naar andere critici van de islam, zoals Ayaan Hirsi Ali, en de suggestie dat politieke correctheid en importpolitiek de verspreiding van die ideologie faciliteren. Wilders zet zichzelf neer als waakhond voor vrije meningsuiting en nationale waarden, en daagt het politieke “kartel” uit om harder op te treden.