Wil Amsterdam gratis crack als oplossing voor overlast? Dan wordt de stad het Crack Central van Europa
In dit artikel:
In het Amsterdamse Oosterpark escaleert de overlast door crackverslaafden — zowel daklozen als kwetsbare arbeidsmigranten — en de gemeente wil onderzoeken of het uitdelen van gratis crack de hinder kan verminderen. De auteur waarschuwt dat zo’n proef allesbehalve een oplossing is en waarschijnlijk juist desastreuze gevolgen zal hebben.
Crack is een geraffineerde vorm van cocaïne die in zeer kleine, goedkope porties (vaak rond vijf euro) wordt verkocht. De roes is intens maar kort, wat leidt tot een vrijwel onophoudelijke drang naar herhaling; zware gebruikers kunnen tientallen porties per dag consumeren. De schrijver baseert zijn kritiek op persoonlijke veldwerkervaringen — onder meer in de jaren tachtig-negentig in New York en onderzoek in Antwerpen — en schetst hoe crackgebruik snel controleverlies, psychoses, agressie en onomkeerbare hersenschade kan veroorzaken.
Concreet verwacht de auteur dat gratis verstrekking twee grote effecten heeft: een snelle toestroom van gebruikers vanuit binnen- en buitenland (vanuit andere Nederlandse steden en plaatsen als Brussel, Frankfurt en Parijs) en een explosie van vraag die de lokale criminaliteit en geweld doet toenemen. Gebruikers vertelden de auteur dat onder invloed de drempel om te stelen of geweld te plegen sterk daalt, en het risico op bendevorming en straffeloosheid groeit. Bovendien leidt officiële distributie tot vragen over herkomst van de cocaïne: samenwerking met misdadige kartels of het creëren van een legitieme binnenlandse productie brengt ethische en veiligheidszorgen met zich mee.
De ethische bezwaren zijn centraal: is het acceptabel dat de staat een extreem schadelijke stof beschikbaar stelt aan een sociaal kwetsbare groep? De auteur noemt dit mogelijk een cynische vorm van palliatieve zorg, waarbij de maatschappelijke verantwoordelijkheid voor verslaafden wordt gereduceerd tot symptomatische toedeling van drugs zonder toekomstperspectief of herstelkansen.
Als alternatief pleit de schrijver voor een repressievere koers: strengere vervolging en zware straffen voor dealers, dwangbehandeling of detentie voor ernstige overlastgevers, terugzending van illegale verblijvers en het aanbieden van reële perspectieven aan wie wil rehabiliteren. Hij verwijst naar beleidsverschuivingen aan de Amerikaanse westkust, waar men van louter harm reduction deels terugschakelde naar hardere handhaving en daarmee dalingen in drugsdoden en criminaliteit zag.
Kort: het voorgestelde experiment met gratis crack in Oosterpark wordt door de auteur als uitermate riskant en contraproductief beoordeeld; volgens hem zijn handhaving, dealerbestrijding en hersteltrajecten de verstandiger middelen om de situatie duurzaam te beheersen.