Wijninga: "Dronemuur" kan vals gevoel van veiligheid oproepen; geen enkel systeem is waterdicht

maandag, 6 oktober 2025 (13:38) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Peter Wijninga, militair specialist bij het The Hague Centre for Strategic Studies, waarschuwt dat Europa de snelle opmars van drones in de oorlog in Oekraïne niet kan negeren. Hij verzet zich tegen het populaire begrip "dronemuur" omdat dat een ondoordringbare barrière suggereert; liever spreekt hij van een "antidronegordel" — een gelaagd, gekoppeld netwerk van detectie-, verstorings- en vernietigingsmiddelen vergelijkbaar met de Koude Oorlog-luchtafweerlinies.

Zo’n gordel combineert sensoren die binnendringende UAV’s volgen, middelen om navigatie of besturing te storen of over te nemen, en kinetische opties (kogels, granaten, lasers) of zelfs opschaling naar raketten of gevechtsvliegtuigen zoals de F-35 als dat nodig is. Kleine en grote drones vragen verschillende oplossingen: waar kleine quadcopters radar- en signaaldetectie nodig hebben, volstaan tegen grotere drones vaak bestaande luchtafweersystemen. Wijninga noemt het Nederlandse Robin Radar System als voorbeeld: een radar ontwikkeld uit vogeltrekmonitoring die nu ook kleine drones kan opsporen. Nederland heeft daarnaast het Skyguard-systeem van Rheinmetall besteld, een radargestuurd snelvuurkanon dat naar verwachting in 2028 geleverd wordt.

De urgentie is groot, vooral voor Midden-Europa. Polen, Estland, Duitsland, Denemarken, Noorwegen, Roemenië en Moldavië meldden recent diverse luchtincidenten: onder meer negentien vermeende Russische drones boven Polen en drie MiG‑schendingen van Estlands luchtruim. Wijninga waarschuwt dat herhaalde schendingen tot ernstige gevolgen kunnen leiden — van verstoring van civiel luchtverkeer tot escalatie als slachtoffers vallen. Voor kwetsbare infrastructuur zoals luchthavens (Schiphol), havens (Rotterdam), energiecentrales, industrie en datacenters zijn tegenmaatregelen volgens hem onmisbaar; recente meldingen van vijftien drones boven de Elsenborn‑basis en een dronemelding die München gedeeltelijk lamlegde illustreren de praktijk.

Tegelijkertijd is het een technologische wapenwedloop: tegenstanders gebruiken afleidingsdrones en grootschalige aanvallen om luchtafweer te overbelasten; antidronesystemen moeten continu worden aangepast. De EU streeft ernaar een “drone wall” operationeel te hebben in 2028, maar sommige leiders, zoals de Letse premier Evika Silina, willen sneller resultaat. Wijninga schat dat het realistisch is om in ongeveer drie jaar een effectieve antidronegordel op te bouwen, mits investeringen en leveringen niet teveel vertraging oplopen. Europese productie van geavanceerde systemen en samenwerking met Oekraïense bedrijven met gevechtservaring versnelt die ontwikkeling.