Wie is de volgende die zich aan Nederlandse koffie verrijkt?
In dit artikel:
Douwe Egberts — ooit familiebedrijf en nationaal merk — is in decennia tijd verworden tot handelswaar voor multinationals en investeerders. De columnist beschrijft hoe de koffiegigant sinds de beursintroductie op Beursplein 5 in 2012, waarbij premier Rutte persoonlijk verscheen, binnen enkele jaren van eigenaar wisselde en steeds verder ontworteld raakte. Kort na die ceremonie nam het Duitse Benckiser de aandelen over; later volgde een fusie met Mondelez en de naamsverandering naar Jacobs Douwe Egberts (JDE). In 2019 werden de koffieactiviteiten samengevoegd met Peet’s en opnieuw naar de beurs gebracht als JDE Peet’s. Nu wordt het bedrijf weer van de beurs gehaald door Keurig Dr Pepper, terwijl topman Rafael Oliveira een bonus van 33 miljoen euro ontvangt.
De auteur wijst op de tegenstelling tussen het vroegere zuinige familietijdperk — waarin een systeem van koffiepunten en geschenken het merk groot maakte — en de huidige praktijk waarin bestuurders en aandeelhouders flinke opbrengsten incasseren. Eerdere lucratieve verkoopdeals (zoals die van Jan Bennink na Numico) en de verkoop aan Sara Lee in 1978 markeren het begin van een periode waarin het bedrijf van hot naar her wordt gesleept, met aankopen en doorverkopen van labels als Duyvis en Van Nelle.
Voor de ruim tweeduizend werknemers in Nederland is het onduidelijk voor wie zij straks werken; ook de historische naam van 225 jaar staat onder druk: voorlopig klinkt 'Global Coffee Co.' als nieuwe handelsnaam. De column sluit cynisch af: zolang eigenaars waarde blijven halen uit verkopen en herbeurzen, blijft het iconische merk vooral een financieel speeltje, niet langer onroerend cultureel erfgoed.