Wie een hond neemt, neemt een risico
In dit artikel:
De fatale bijtpartij in Rotterdam waarbij een 66‑jarige man afgelopen zaterdag door een American Bully XL om het leven kwam, zet opnieuw de discussie over hondenbezit en veiligheid op scherp. Het gaat niet alleen om het individuele drama maar om een structureel probleem: sommige mensen kopen honden omwille van hun uiterlijk of reputatie — van schattige schoothondjes tot imposante viervoeters die oorspronkelijk voor vechtpartijen zijn gefokt. De American Bully XL, die in Nederland sinds 2017 op de lijst van potentieel gevaarlijke rassen staat, is in de VS gefokt met dat doel, en aanschaf brengt dus risico’s met zich mee.
Landelijke cijfers benadrukken de schaal van het probleem: jaarlijks zijn er ongeveer 150.000 bijtincidenten, één op de vijf slachtoffers zoekt medische hulp, zo’n 230 mensen belanden per jaar in het ziekenhuis en gemiddeld één persoon overlijdt jaarlijks aan een hondenbeet — vaak jonge kinderen. Ook beroepsgroepen zoals post‑ en pakketbezorgers lopen veel gevaar. Tegelijk bewijst de praktijk dat niet alleen grote rassen bijten; ook kleine honden zoals chihuahua’s kunnen ernstige verwondingen veroorzaken.
Experts vinden een totaalverbod op bepaalde rassen weinig effectief — eerdere ervaringen met de pitbullwet (1993–2008) lieten dat zien — en pleiten daarom voor verplichte aanschafcursussen voor hondeneigenaren. Zo’n cursus zou baasjes leren signalen van onbehagen en beginnende agressie te herkennen en adequaat te reageren, in plaats van het gegrom met: „Hij is lief, hij doet niks” af te doen. Een wetsvoorstel voor zo’n verplichting, eerder door minister Adema ingediend, wacht nog behandeling; het verzoek is om die snel te hervatten zodat maatregelen ter vermindering van bijtincidenten kunnen worden ingevoerd.