WHO meldt Israëlische aanval op hun kamp in Gaza
In dit artikel:
Israël heeft zijn militaire offensief in de Gazastrook uitgebreid, met name rond de centrale stad Deir al-Balah, waar tanks voor het eerst oprukten naar de zuidelijke en oostelijke districten. Tijdens deze operatie zijn onder meer een personeelsverblijf en een magazijn van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) geraakt. Volgens WHO-directeur Tedros Adhanom Ghebreyesus moesten vrouwelijke medewerkers en hun kinderen te voet vluchten vanwege hevige gevechten. Mannelijke WHO-medewerkers en hun families werden gearresteerd, gefouilleerd en onder schot gehouden; één medewerker zit nog vast in Israëlisch gevangenschap, waar de WHO onmiddellijke vrijlating van eist.
Het centrale magazijn van de WHO in Deir al-Balah, van waaruit medisch materiaal voor de Gazastrook wordt verspreid, liep zondag schade op door explosies en branden. Door de gevechtszone zijn diverse WHO-kampen buiten gebruik geraakt, wat de medische hulpverlening ernstig beperkt en de gezondheidszorg in Gaza verder dreigt te doen instorten. Tedros benadrukte dat een staakt-het-vuren noodzakelijk en dringend is.
De uitbreiding van het Israëlische offensief volgt op een oproep aan duizenden Palestijnen om Deir al-Balah te verlaten richting het westelijke Al-Mawasi, dat Israël als veilige haven aanduidt. Toch zijn eerdere aanvallen nabij de kusttentenkampen verantwoordelijk voor vele dodelijke slachtoffers onder burgers. Ondertussen neemt de humanitaire crisis in Gaza toe; VN-secretaris-generaal António Guterres veroordeelde het geweld tegen burgers die hulp zoeken, waaronder recente schietpartijen nabij distributiecentra die hulpgoederen verstrekken. Hierbij vielen honderden doden sinds eind mei.
Het VN-agentschap UNRWA en andere VN-functionarissen beschrijven deze distributiecentra als gevaarlijke plekken waar sluipschutters willekeurig op mensen schieten. De controversiële stichting GHF, ondersteund door Israël en de VS, beheert nu veel van deze distributiepunten, nadat Israël de traditionele VN-keten grotendeels buiten werking stelde uit vrees dat Hamas hulp zou misbruiken. Critici zien dit als politiek gemotiveerde controle van essentiële hulpverlening.
Tegelijkertijd riepen 25 landen, waaronder Groot-Brittannië en Frankrijk, op tot een onmiddellijke beëindiging van het conflict vanwege het groeiende lijden van de burgerbevolking, dat volgens hen “nieuwe hoogten” heeft bereikt. De internationale gemeenschap dringt aan op meer bescherming van hulporganisaties en een humanitaire corridor om de escalatie te stoppen en de levens van Palestijnse burgers te waarborgen.