Werken aan een levend landschap

maandag, 24 november 2025 (13:05) - NatureToday.nl

In dit artikel:

Op 30 oktober 2025 kwamen medewerkers van agrarische collectieven in Odijk bijeen voor de eerste Monitoringsdag van BoerenNatuur om te bespreken hoe monitoring het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) verder kan versterken. Voorzitter Theo Thewessen opende de dag met de boodschap dat meten, evalueren en bijsturen cruciaal is om aan te tonen welke effecten het beheer heeft — niet alleen om het werk te verbeteren, maar ook om te rechtvaardigen wat publieke investeringen opleveren.

De bijeenkomst draaide om het bouwen aan een landelijk, samenhangend monitoringssysteem. Thewessen noemde drie randvoorwaarden: een gemeenschappelijke taal met heldere protocollen, intensievere kennisdeling en gedeelde databases en tools zodat data vergelijkbaar en bruikbaar worden. Centraal stond het idee van lerend beheren: praktijkervaringen, ecologische kennis en data moeten elkaar versterken.

Willemijn Smal van de Ecologische Autoriteit benadrukte het belang van systeeminzicht en pleitte voor landschapsecologische systeemanalyse (LESA) om bodem, water en vegetatie in samenhang te begrijpen. Een LESA helpt kiezen welke maatregelen echt bijdragen aan herstel en maakt gerichter beheer en betere monitoring mogelijk. Smal zette daarbij de vier V’s — veiligheid, voortplanting, verplaatsing en voedsel — als uitgangspunt voor beheer.

Tijdens diverse workshops deelden onderzoekers en praktijkmensen concrete monitoringmethoden: Bauke Koole lichtte de ‘ANOG-methode’ voor akkervogels toe en pleitte voor uniforme protocollen en deskundige tellers; René Jochems behandelde bodemmonitoring bij kruidenrijke graslanden om balans in mineralen en organische stof te meten; Aad van Paassen besprak een pilot naar nieuwe manieren om het broedsucces van kieviten te bepalen (uitbreiding met drones in 2026); Stef van Walsum presenteerde de Nectar- en Oeverindex (nu ~8000 meetpunten); Rémon ter Harmsel benadrukte de noodzaak van betere slotenmonitoring om de ecologische achteruitgang van watergangen tegen te gaan; Tim Visser toonde toepassing van kaartbeelden voor habitatkwaliteit van weidevogels.

Een praktische stap richting uniformiteit is de digitalisering: de huidige SchouwApp wordt omgebouwd tot de VeldApp, gekoppeld aan SCAN-GIS, zodat collectieven op dezelfde manier gegevens kunnen invoeren, analyseren en delen. Lieneke Bakker presenteerde het Uitvoeringsprogramma Monitoring: na visieontwikkeling (2023–2024) en inventarisatie in 2025 volgt fase II met protocollen en tools en fase III met implementatie en onderhoud van databases. Een bundel handreikingen voor beheermonitoring moet standaarden vastleggen en voorkomen dat ieder collectief het wiel opnieuw uitvindt.

De Monitoringsdag toonde groot enthousiasme en een breed palet aan kennis. De kernboodschap: alleen door samen te meten, te leren en te verbeteren kunnen collectieven aantonen welke waarde agrarisch natuurbeheer toevoegt en hoe dat in het landschap werkt.