Wereldwijde kritiek op Bovaer
In dit artikel:
Bovaer, de methaanremmer die DSM-Firmenich in samenwerking met Wageningen University ontwikkelde, staat sinds dit najaar in Scandinavië onder zware kritiek nadat tientallen melkveehouders rapporteerden dat hun koeien ziek werden of stierven na toevoeging van het middel aan het voer. In Denemarken verzamelt onderzoeksbureau Seges Innovation op verzoek van autoriteiten en samen met de Universiteit van Aarhus meldingen van problemen: medio november kwamen 551 melkveebedrijven naar voren, waarvan 349 kuddes klachten rapporteerden zoals spijsverterings- en stofwisselingsstoornissen, vergiftigingsverschijnselen, diarree, melkkoorts en ontstoken uiers; er vielen ook dodelijke slachtoffers. Deense belangenbehartigers zeggen dat vrijwel geen boer die de voorgeschreven dosis gaf onverdeelde positieve ervaringen had.
Ondanks de meldingen heeft de Deense regering het verplichte gebruik van Bovaer (in Denemarken sinds 1 oktober ingevoerd voor bepaalde bedrijven) nog niet landelijk stopgezet; boeren die aantoonbaar schade kunnen bewijzen mogen echter tijdelijk van de verplichting worden uitgezonderd. Journalisten en producenten beschuldigen de overheid ervan negatieve berichtgeving te willen beperken omdat zij zelf het gebruik heeft aangemoedigd.
De zorgen overschrijden Denemarken: in Noorwegen werden meldingen van door Bovaer gevoerde koeien die gestorven zouden zijn, en in Zweden zijn pilots stilgelegd en informatie over lopende projecten verwijderd door een zuivelcoöperatie. Ook zuivelverwerkers namen tijdelijk afstand: de Noorse Melkeråvare schortte gebruik op.
Fabrikant DSM-Firmenich, Wageningen University en EFSA houden vol dat uit onderzoek Bovaer veilig blijkt, maar critici wijzen op veiligheidswaarschuwingen in de bijsluiter (oog- en huidirritatie, mogelijke vruchtbaarheidsrisico’s) en benadrukken dat grootschalige welzijnsonderzoeken onder commerciële omstandigheden pas recent zijn opgestart. De Universiteit van Aarhus voert vanaf februari een driejarig onderzoek uit naar effecten op dierenwelzijn; dat loopt tot 2028, wat volgens betrokken boeren en columnistenaanduidt dat marktgoedkeuring eerder plaatsvond dan uitgebreide praktijkbeproevingen.
In Nederland zijn vooralsnog geen vergelijkbare incidenten gemeld. FrieslandCampina, DSM en Agrifirm presenteerden in 2023 een pilot met 158 bedrijven en circa 20.000 koeien, met volgens hen substantiële methaanreductie en zonder Deense toestanden. FrieslandCampina benadrukt dat gebruik in Nederland niet verplicht is en zegt waakzaam te zijn over dierenwelzijn; het bedrijf stimuleert het gebruik wel door een vergoeding van 25 euro per kilogram gevoerde Bovaer te bieden. Hoeveel Nederlandse boeren daadwerkelijk Bovaer gebruiken en in welke dosering is onduidelijk omdat centraal bijhouden ontbreekt, en producten uit met Bovaer gevoerde koeien hoeven niet te worden gelabeld.
Politiek en sector reageren: de Deense Europarlementariër Asger Christensen (Liberale Partij) vraagt de Europese Commissie om een onmiddellijk onafhankelijk onderzoek en pleit, op grond van het voorzorgsbeginsel, voor een EU-brede stop zolang serieuze veiligheidsvragen blijven bestaan. Sectorcommentatoren en kritische boeren wijzen daarnaast op historische voorbeelden — zoals het gebruik van laaggedoseerde antibiotica als groeibevorderaar — waar latere, langdurige schade pas decennia later zichtbaar werd, en waarschuwen dat snelle opschaling van nieuwe middelen risico’s kan verbergen.
Tegelijkertijd levert het debat een bredere ideologische discussie op over klimaatbeleid en veeteelt: sommige critici betwijfelen de basisclaim dat rundvee een doorslaggevende bijdrage aan de opwarming vormt en waarschuwen dat ingrepen als Bovaer zowel het dierenwelzijn kunnen ondermijnen als onbedoelde economische en ecologische effecten kunnen hebben (bijvoorbeeld lagere melkproductie waardoor meer dieren nodig zijn). Vooralsnog blijven wetenschappelijke, politieke en praktische onderzoeken naast elkaar lopen; voor boeren ligt de nadruk volgens voorstanders van voorzichtigheid op het zelf monitoren van de gezondheid van hun kuddes en snel ingrijpen als er problemen optreden.