'Wel of niet schieten?' Jan Peter (76) maakte als ME'er de veldslag tussen politie en krakers mee tijdens de ontruiming van het Wolters Noordhoff Complex
In dit artikel:
Op 26 mei 1990 leidde de ontruiming van het voormalige Wolters Noordhoff Complex in Groningen tot een gewelddadig conflict tussen de Mobiele Eenheid (ME) en ongeveer 137 krakers en hun aanhangers. ME-commandant Jan Peter Alberts was met tien collega’s aanwezig toen zij werden bekogeld met stenen, verfbommen en sissende vloeistoffen, waarbij zij traangas moesten inzetten om de situatie onder controle te houden. De krakers hadden barricades van soms twee meter hoog en vernielden panden waaronder een café en een advocatenkantoor. De actie speelde zich af in het hart van Groningen, rond de Oude Boteringestraat, waar het complex sinds 1985 gekraakt was en als anarchistisch woon-werkgemeenschap fungeerde met ateliers, cafés en oefenruimtes.
De ontruiming volgde op een uitspraak van de rechter die de krakers een week gaf om het pand te verlaten, omdat de gemeente het gebied wilde herontwikkelen, onder meer met een nieuwe bibliotheek. De krakers weigerden vrijwillig te vertrekken. Toen de ME arriveerde, troffen zij een goed georganiseerde en deels uit het buitenland aangereisde groep die de politie zwaar tegenwerkte met onder andere gasmaskers en prikkeldraad. Ondanks ernstige spanningen hield de ME het vuurwapengebruik achterwege, al worstelde Alberts met de vraag of dit wel juist was.
De situatie eindigde zondag 27 mei toen de krakers zich overgaven, wat voor de autoriteiten onverwacht kwam. Van de verdachten werden er ongeveer vijftien veroordeeld; velen werden na zes weken hechtenis vrijgelaten. De ontruiming liet een spoor van vernieling en rook achter, vergelijkbaar met een slagveld, en had langdurige psychische impact op de betrokken agenten. Een opvallende episode in dit conflict is de dood van kraker Marco, wiens overlijden aanvankelijk als zelfmoord werd gezien maar later als geweldsmisdrijf werd onderzocht; een Duitse kraker werd als hoofdverdachte aangemerkt.
Een voormalige bewoner, nu kunstenaar, beschreef het krakerscomplex als een vrijstaat met veel creatieve initiatieven en vrijheid, maar ook met interne spanningen en uiteenlopende motieven. Hij erkent dat de media het geweld hebben overdreven, hoewel de rellen het publieke sentiment tegen de krakers deden keren.
De nasleep van deze gebeurtenissen inspireerde ook literatuur, waaronder een gedicht van oud-stadsdichter Bart FM Droog, waarin het rebelse en strijdvaardige karakter van de krakersscene wordt verbeeld. De omvang van de politieactie blijkt verder uit de indrukwekkende hoeveelheid etenswaren die tijdens de ontruiming werden geconsumeerd.
Deze confrontatie markeert een belangrijk moment in de geschiedenis van het Groningse kraakbeleid, waarin idealen van autonomie botsten met juridische en maatschappelijke kaders, en waarbij de inzet en besluitvorming van de politie zwaar onder druk stonden.