Wekelijkse meditatie: Een ernstige vraag

zaterdag, 11 oktober 2025 (18:52) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Een rijke jongeman uit de evangeliën komt tijdens Jezus’ publieke bediening bij Hem met een dringende vraag: „Wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwige leven hebbe?” Jezus erkent God als de enige echte Goedheid en wijst de jongeling liefdevol maar scherp op zijn tekort. Hoewel hij een nauwgezet, godsdienstig leven leidt en zegt de geboden van jongs af aan te onderhouden, blijkt zijn vertrouwen op eigen werken te liggen: hij mist de vrije genade van Christus.

Jezus herinnert hem aan de tweede tafel van de wet — de liefde voor de naaste — en voegt een onmiddellijke proef toe: als hij volmaakt wil zijn, moet hij zijn bezittingen verkopen, het geld aan de armen geven en Hem volgen. Die eis legt bloot wat er werkelijk in het hart van de jongeman leeft. Hij weigert zijn aardse rijkdommen op te geven en kiest daarmee onbedoeld afstand van het heil. Jezus stoot hem niet af uit haat, maar laat de noodzaak van totale afhankelijkheid van Christus zien.

De kernboodschap is dat redding niet verkregen wordt door het strikt naleven van de wet; die eis vraagt volmaaktheid waartoe niemand in staat is door eigen werken. Alleen de verlossing die Christus door zijn bloed en borgtocht verwierf, en die door de Heilige Geest toegepast en door geloof aangenomen wordt, biedt echte zaligheid. De reactie van de jongeman maakt duidelijk dat wie vasthoudt aan aardse schatten de hemelse genade misloopt — een waarschuwing tegen materialistische binding en een oproep om eerst het Koninkrijk van God te zoeken.

Kortom: de ontmoeting illustreert dat menselijke rechtvaardigheid tekortschiet en dat het volgen van Christus vraagt om loslaten van alles wat het ontvangen van Gods genade in de weg staat.