„Wegstemmen begroting betekent niet automatisch dat minister moet aftreden"
In dit artikel:
Na Prinsjesdag 2024 ontstond onzekerheid over de haalbaarheid van meerderheden voor de begrotingen van diverse ministers binnen de Eerste Kamer, wat aanleiding gaf tot vragen over de gevolgen van het verwerpen van een begroting door de Tweede of Eerste Kamer. De Raad van State benadrukt in een advies dat het wegstemmen van een begroting niet automatisch betekent dat het parlement het vertrouwen in een minister of het gehele kabinet opzegt; dit hangt af van de motivering achter het verwerpen. Het is een zeldzame situatie, aangezien het meer dan een eeuw geleden is dat een begroting door het parlement werd afgewezen.
De Raad wijst erop dat de regering vrij is om een nieuwe begroting in te dienen indien de oorspronkelijke begroting is verworpen, iets wat eerder onduidelijk was door verschillende interpretaties van de Grondwet. Dit nieuwe voorstel moet zo snel mogelijk volgen, vooral om te voorkomen dat het begin van het kalenderjaar zonder begroting komt te zitten, wat volgens de Raad kwetsbaar is. Ondanks de politieke onduidelijkheid blijven ambtenaren hun salaris ontvangen en blijven subsidies doorlopen, om te voldoen aan juridische verplichtingen.
Ten slotte adviseert de Raad van State om wettelijk vast te leggen dat het kabinet onmiddellijk een nieuwe begroting moet indienen na afwijzing van een eerdere, omdat een dergelijke verplichting momenteel ontbreekt. Dit zou bijdragen aan stabiliteit en duidelijkheid binnen het financieel bestuur van Nederland.