Weer verzuimen Kamerleden hun bijbaantjes te melden
In dit artikel:
Bijna een week na de beëdiging van de nieuwe Tweede Kamer publiceerde Follow the Money het nevenactiviteitenregister en onderzocht of de leden daar alles juist in hebben opgegeven. Conclusie: het merendeel geeft zijn nevenfuncties eerlijk weer, maar elf nieuwe Kamerleden hebben niet volledig gerapporteerd — hetzelfde patroon dat eerder ook in 2023 (12 onvolledigen) en 2020 (21 onvolledigen) opdook. De betrokkenen komen uit Forum voor Democratie (4), D66 (4), en verder JA21, CDA en PVV.
Bij Forum voor Democratie is de situatie principiëler: Thierry Baudet, Gideon van Meijeren en Freek Jansen weigeren consequent nevenactiviteiten openbaar te maken. Zij zijn bestuurder of aandeelhouder in commerciële constructies, bijvoorbeeld Eerlijk Eten bv (maaltijdboxen) en mediafirma’s waarvoor Baudet zijn boeken en lezingen exploiteert. FvD-leden berusten erop dat ze geen verantwoording hoeven af te leggen over privé-ondernemingen; eerder opgelegde sancties — korte schorsingen van een week — weerhielden hen er niet van de regels te blijven negeren. Integriteitsexperts noemen die aanpak onvoldoende en pleiten voor zwaardere maatregelen zoals langere schorsingen en salarisinhouding.
De gevallen bij D66 hebben veelal een slordigheidskarakter. Een aantal nieuwkomers heeft (tijdelijk) bestuurstaken, eigendom van vastgoed of bv’s niet correct geregistreerd. Renilde Huizenga voegde na vragen alsnog een holding toe; Robert van Asten liet zijn lidmaatschap van een provinciaal overlegorgaan bijschrijven; Anouschka Biekman corrigeerde haar registratie na openbaar kadasteronderzoek; Marieke Vellinga vergat aan te geven dat ze voorzitter bleef van een Friese preventie-organisatie. Bij het CDA meldde Judith Bühler aanvankelijk niet dat ze onbezoldigd commissaris was bij netbeheerder Enexis (een functie voortvloeiend uit haar wethouderschap), hoewel die inschrijving na vragen ter discussie stond. JA21’er Simon Ceulemans meldde niet meteen zijn bestuursrol bij een stichting van Leefbaar Rotterdam en gaf niet aan dat hij gemeenteraadslid was voor die partij; ook hij corrigeerde zijn registratie na berichtgeving. PVV-lid Erwin Prickaertz gaf niet aan dat hij directeur-grootaandeelhouder is van een holding met waterflesbedrijven, ondanks beschikbare handelsregisterinformatie.
Achtergrond: het openbare register bestaat zo’n twintig jaar en werd ingevoerd onder druk van internationale instanties zoals de Raad van Europa en GRECO, die Nederland opdroegen transparant te zijn over reizen, geschenken en neveninkomsten. De kaders staan in het Reglement van Orde en zijn nader uitgelegd in een notitie van voormalig griffier-adviseur Geert Jan Hamilton: alle dienstbetrekkingen, bestuurs- en toezichthoudende functies, zzp-activiteiten en ondernemersactiviteiten moeten worden gemeld, ook wanneer die geen directe inkomsten opleveren. Daarnaast moeten ‘redelijkerwijs relevante belangen’ zoals omvangrijke aandelen of verhuurinkomsten vermeld worden — het criterium is of een buitenstaander zou kunnen denken dat die private omstandigheid iemands publieke standpunt beïnvloedt.
Toch blijft het systeem grotendeels gebaseerd op eigen opgave. Het presidium van de Kamer controleert de meldingen niet structureel. Dat gebrek aan verifiëring is precies wat critici problematisch vinden: niet alleen ontstaan zo blinde vlekken voor belangenverstrengeling, maar het schaadt ook het vertrouwen in het parlement. Integriteitsexperts pleiten voor maatregelen die elders al bestaan: controle achter de schermen à la ministers en staatssecretarissen (advies en juridische hulp bij het op afstand zetten van bedrijven), externe screeningsbureaus voor lokaal en landelijk bestuur, en zwaardere sancties bij overtreding. Zonder zulke aanpassingen blijft het systeem volgens hen te vrijblijvend en onhoudbaar.
Kortom: hoewel de registratieplicht helder is vastgelegd, blijken structurele onvolledigheden en principeverzet van sommige fracties het publieke toezicht te undermijnen. Herhaalde journalistieke onthullingen tonen aan dat vertrouwen en transparantie niet vanzelf verbeteren; de roep om onafhankelijke controle en zwaardere handhaving groeit.