Wéér een geweldszaak van Badr Hari: die moet je niet wegmoffelen

donderdag, 25 september 2025 (07:02) - Het Parool

In dit artikel:

De openbare rechtspraak staat onder druk: rechters en het Openbaar Ministerie schermen steeds vaker zittingen en uitspraken af met argumenten als veiligheid en privacy, waardoor journalisten en burgers minder goed kunnen volgen wat er in de rechtszaal gebeurt. Tegelijk zien verslaggevers dat vonnissen extreem geanonimiseerd raken en dat het OM vaker kiest voor buiten-rechtelijke afdoeningen via strafbeschikkingen — korte, besloten ‘hoorzittingen’ waarin een aanklager een straf aanbiedt die een verdachte kan accepteren of binnen veertien dagen kan aanvechten zodat de zaak alsnog voor de rechter komt. Die praktijk kan efficiënt zijn voor onschuldige, alledaagse dossiers, maar rukt volgens de auteur op ongewenste wijze op richting zwaardere zaken.

Als voorbeeld noemt misdaadverslaggever Paul Vugts de recente zaak rond kickbokser Badr Hari. Justitie verdenkt hem ervan zijn ex–de moeder van zijn kinderen — twee keer te hebben mishandeld, zowel thuis als op straat in Amsterdam-Zuid. In plaats van een openbare rechtszaak werd de zaak achter gesloten deuren door het OM afgehandeld; Hari aanvaardde een straf die onder meer uit 24 uur werk, een contact‑ en locatieverbod van een jaar en het betalen van schadevergoeding bestond. Hij hoefde zich niet publiekelijk te verantwoorden. Het OM zegt dat de beslotenheid werd gekozen na afweging van verschillende belangen, waaronder dat van het slachtoffer.

Vugts betwijfelt of de besloten procedure terecht was en waarschuwt dat het tonendrukkende karakter van openbare rechtspraak — naast controle — ook een preventieve werking kan hebben op recidive in dit type geweldsdelicten. Zijn conclusie: ernstige feiten verdienen volgens hem een openbare behandeling; de huidige trend richting meer afscherming ondermijnt die publieke functie van de rechtsgang.