Weer begint Trump over christenvervolging. Maar zijn raketaanvallen dan wel zo logisch? 

dinsdag, 30 december 2026 (09:38) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Op 25 december voerden Amerikaanse strijdkrachten vanaf een vliegdekschip in de Golf van Guinee raketaanvallen uit op de stad Sokoto in het noordwesten van Nigeria. De operaties, die plaatsvonden met instemming van president Bola Tinubu, werden door voormalig president Donald Trump gepresenteerd als bescherming van “onschuldige christenen” tegen jihadistische groepen. De Nigeriaanse minister van Buitenlandse Zaken Yusuf Tugger benadrukte tegenover CNN dat het doel niet religieus was maar het weren van terroristen die burgers doden, ongeacht hun geloof.

Analisten twijfelen aan zowel de keuze van doelwit als aan Trumps framing. Experts noemen de Lakawura-groepering het meest waarschijnlijke doel: ontstaan in 2017 als lokale zelfverdedigingseenheid, maar later gelinkt aan de Islamitische Staat in de Sahel (ISSP) en actief nabij de grens met Niger. Toch is onduidelijk welke splintergroepen precies opereren en waar ze zich bevinden, stelt Clingendael-onderzoeker Andrew Lebovich. Waarnemers merken op dat Sokoto geen voor de hand liggende hotspot is; de meer geplaagde regio’s liggen in het noordoosten (Borno, Yobe), waar ISWAP al langer actief is. Bovendien wonen relatief weinig christenen in het noordwesten, waardoor Trumps retoriek over bescherming van christenen niet goed aansluit bij de locatie van de aanval.

Politieke druk speelde een rol: Trump had gedreigd Amerikaanse hulp stop te zetten als Nigeria niet harder optreedt tegen christenvervolging, wat mogelijk leidde tot het uitzonderlijke akkoord tussen Washington en Abuja. Kenners waarschuwen echter dat willekeurige raketaanvallen geen structurele oplossing bieden. De Senegalese analist Oluwole Ojewale wijst op de gevaren van een simplistische “wij-zij”-benadering die bestaande religieuze en politieke breuklijnen kan verdiepen. J. Peter Pham, voormalig VS-gezant voor de Sahel, noemt de langdurige onkunde van Nigeria op veiligheidsgebied en twijfelt of er voldoende politieke bereidheid bestaat om het onderliggende geweld fundamenteel aan te pakken.