NU+ | Nederlanders sparen steeds meer, misschien zelfs te veel
In dit artikel:
Nederlanders houden veel geld opzij: samen staat er ruim 500 miljard euro op spaarrekeningen. Economen waarschuwen echter dat er zoiets als te veel sparen bestaat. ING-econoom Marten van Garderen adviseert liever nu iets meer uit te geven en minder aan het einde van je leven over te houden — zijn kernidee: "Idealiter begin je met niks en eindig je met niks."
Sparen wordt door onderzoekers breder opgevat dan alleen geld op een rekening: de spaarquote meet het deel van het inkomen dat niet aan directe consumptie wordt besteed, dus ook hypotheekaflossingen, pensioenopbouw en beleggingen. Die spaarquote is in Nederland al decennialang relatief hoog, met uitzondering van ongeveer tien jaar rond het begin van deze eeuw en een piek in 1990; tijdens de coronacrisis steeg de quote sterk doordat mensen simpelweg weinig konden uitgeven.
Na corona hadden economen verwacht dat consumenten hun opgebouwde buffertjes zouden aanwenden, maar dat gebeurde niet: het totaal op spaarrekeningen bleef hoog en de spaarquote kroop weer omhoog van de lage post-coronawaarden. Twee belangrijke verklaringen spelen een rol. Ten eerste beïnvloedt onzekerheid het spaargedrag: tijdens crises of bij geopolitieke spanning sparen huishoudens meer. Ten tweede hebben aangescherpte hypotheekregels sinds de financiële crisis van 2009 het gedrag veranderd. Door strengere normen kiezen meer huiseigenaren voor annuïteitenhypotheken, waarbij maandelijkse betalingen bestaan uit rente plus aflossing. Daardoor neemt het aandeel huishoudens dat niet aflost af en wordt er netto meer "gespaard" via aflossingen.
Dat heeft precies de bedoeling van de regels: weerhoudt huizenbezitters van overmatige schulden. Maar het heeft ook macro-effecten. Te veel sparen remt consumptie op korte termijn en kan economische dynamiek afzwakken; sparen kan wel weer leiden tot investeringen en groei op langere termijn. CPB-onderzoeker Yvonne Adema wijst op voorbeelden als Japan om te illustreren hoe extreem sparen de binnenlandse consumptie kan blokkeren.
Vooruitzichten: het CPB verwacht dat de Nederlandse spaarquote dit jaar rond 5,6 procent uitkomt en tot 2030 kan oplopen naar ongeveer 6,5 procent. ING ziet wel enige daling mogelijk als het vertrouwen terugkeert en mensen "het geld weer laten rollen", maar de huidige combinatie van hogere koopkracht, gespannen wereldsituatie, inflatie en recente crises zorgt er voorlopig voor dat veel Nederlanders blijven doorsparen.