"We hebben het gedaan": Centrumlinkse coalitie wint nipt verkiezingen in Noorwegen
In dit artikel:
In Noorwegen heeft een centrumlinkse coalitie van vijf partijen de parlementsverkiezingen gewonnen, waarmee de sociaaldemocratische Arbeidspartij van premier Jonas Gahr Støre met ongeveer 28% de grootste partij blijft. Støre reageerde opgelucht: "We hebben het gedaan", en lijkt met de steun van vier kleinere partners aan te kunnen blijven als eerste minister. De coalitie behaalde een krappe meerderheid van 87 zetels, slechts twee meer dan de vereiste 85, waardoor het kabinet sterk afhankelijk zal zijn van de kleinere partijen om belangrijke wetgeving door te voeren.
Het verkiezingsdebat draaide vooral om klassieke links-rechtstegenstellingen. De discussie over de vermogensbelasting stond centraal: rechts wilde deze afschaffen omdat rijke Noren zouden vertrekken, links diende behoud ervan, en de uitkomst wijst erop dat de belasting voorlopig blijft. Ook de relatie met de EU speelde mee; Noorwegen is geen lidstaat maar volgt veel EU-regelgeving. Omdat de Arbeidspartij traditioneel pro-EU is, wordt geen grote koerswijziging richting Brussel verwacht.
Een ander heet hangijzer blijft de export van Noorse stroom: ondanks overvloed aan waterkracht betalen inwoners marktprijzen, wat leidt tot groeiende roep om beperkingen op export. Ook geopolitieke ontwikkelingen beïnvloedden de campagne: de Oekraïneoorlog gaf de sociaaldemocraten steun, en de situatie in Gaza bracht discussies over mogelijke financiële druk op Israël via het Noorse staatsinvesteringsfonds op gang.
De terugkeer van Jens Stoltenberg als minister van Financiën in februari bleek een opvallende factor en gaf de partij extra impuls. Al met al kiest Noorwegen ditmaal voor continuïteit en stabiliteit; ingrijpende veranderingen in belasting- of EU-beleid lijken onwaarschijnlijk, maar het energievraagstuk kan in de komende jaren voor spanningen zorgen.