Watercrassula te lijf met minuscuul beestje: 'Bestrijding kostte al 20 miljoen'
In dit artikel:
Vandaag zijn op de Veluwe galmijten uitgezet in een proef om de invasieve waterplant Crassula helmsii (watercrassula) te bestrijden. Het Waterschap Maas en Aa kreeg ontheffing om de minuscule mijten in vier gebieden los te laten; de dieren zijn gekweekt bij CABI (Centre for Agriculture and Bioscience International). De eerste uitzetting vond deze ochtend plaats.
Watercrassula, oorspronkelijk uit Australië en Nieuw-Zeeland, werd vanaf 1995 via aquaria en tuinvijvers in Nederland geïntroduceerd en is inmiddels bijna landelijk aanwezig. De plant vormt drijvende matten die licht wegnemen, zuurstofgebrek veroorzaken, watergangen doen dichtslibben en zo waterkwaliteit en biodiversiteit aantasten. Volgens ecoloog Janneke van der Loop kunnen vennen daardoor ongeschikt worden voor soorten als libellen en salamanders; op plekken zoals de Empese en Tondense Heide verdringt de plant ook moerashertshooi en pilvaren, aldus boswachter Ellen ter Stege.
De galmijt leeft specifiek op watercrassula, veroorzaakt gallen en eet plantencellen. Onderzoek wijst erop dat de mijt gebonden is aan deze waardplant, waardoor het risico voor andere soorten klein zou zijn. Belangrijke onzekerheid is of de mijt de Nederlandse winter overleeft en zich hier kan voortplanten en verspreiden; dat wordt in het voorjaar gecontroleerd.
De proef bouwt voort op ervaring met biologische bestrijding in Nederland, maar die leverde gemengde resultaten op. Het Biocops-project liet in 2020 de Japanse bladvlo los tegen Japanse duizendknoop; die kon zich aanvankelijk verspreiden maar flopte later op de meeste proeflocaties. Ecoloog Joyce Penninkhof waarschuwt dat natuurlijke vijanden niet altijd blijvend succesvol zijn.
De watercrassula staat sinds vorige maand op de EU-lijst van verboden invasieve planten; handel wordt binnen een jaar volledig verboden. Tot nu toe kostte bestrijding in Nederland meer dan 20 miljoen euro, exclusief de ecologische schade. De nieuwe inzet van de galmijt is bedoeld als aanvullende maatregel, met proefresultaten die in de komende maanden en jaren duidelijk moeten maken of dit een werkbare oplossing is.