Wat vertelt veen in het Bleeke Meer ons over de Veluwe?

dinsdag, 4 november 2025 (17:22) - NatureToday.nl

In dit artikel:

Bosgroep Midden Nederland heeft in opdracht van Kroondomein Het Loo het Bleeke Meer (naast het Uddelermeer op de Veluwe) onderzocht om het landschaps-ecologisch functioneren, de ontstaansgeschiedenis en de mogelijkheden voor herstel in kaart te brengen. Het onderzoek, gepubliceerd 4 november 2025, omvatte veldwerk aan vegetatie, hydrologie en bodem en analyse van veenkernen die met een Russische veenboor zijn genomen.

Het Bleeke Meer blijkt een pingoruïne: een depressie die ontstaan is in de laatste ijstijd doordat ondergrondse ijslensen de bodem opstuwden en later instortten. De boringen leverden een gelaagde opbouw van de opvulling op. Onderaan is een kalkrijke gyttja gevonden, mogelijk een basislaag die onder het hele bekken ligt; daarboven volgt eerst detritus afkomstig uit open water, vervolgens zeggeveen gevormd onder beïnvloeding door grondwater en later hoogveen (veenmos/ombrotroof) dat uitsluitend door regenwater werd gevoed. In een boring op het eiland was na zes meter nog geen minerale bodem bereikt. Dateringen wijzen uit dat de veenvorming al in de midden-Romeinse periode (ongeveer 70–270 n.Chr.) begon, waarna in de Middeleeuwen overgang naar veenmosveen plaatsvond.

Macro-remains uit de gekoelde veenkernen — zaden en plantfragmenten zoals wateraardbeitjes, zeggeachtige soorten en takjes van kleine veenbes — bevestigen de ontwikkeling van een overgang van water/grondwater-gestuurde systemen naar voedselarm, regenwatergevoed hoogveen. Deze biologische en sedimentaire aanwijzingen maken de lange ontwikkeling van het meer inzichtelijk en tonen plaatsen met onverwachte natuurlijke rijkdom op de verder droge en voedselarme Veluwe.

Belangrijke ecologische knelpunten zijn vastgesteld: het huidige waterpeil ligt te laag en het water bevat te veel voedingsstoffen, waardoor veenvormende vegetatie bedreigd wordt. Bosgroep Midden Nederland deed daarom hersteladviezen. Een concrete maatregel is al uitgevoerd: de afvoer van landbouwwater naar het meer is via een omgelegde watergang verminderd. Daarnaast wordt samen met het waterschap komende jaar de stuw in de afwateringssloot vervangen om het waterpeil beter te reguleren.

Het onderzoek onderstreept dat kennis van ontstaans- en ontwikkelingsgeschiedenis cruciaal is voor doelgerichte natuurherstelmaatregelen. Door de specifieke geomorfologische en ecologische achtergrond van het Bleeke Meer te kennen, kunnen beheerders maatregelen afstemmen op de unieke waarden van het gebied en zo het behoud van deze veenplas op de lange termijn versterken.