Wat Peter Buwalda doet in 'De jaknikker' is virtuoos, maar ook frusterend
In dit artikel:
Peter Buwalda heeft met De jaknikker het vervolg (en mogelijk slot) gepubliceerd op Otmars zonen (2019). Het nieuwe boek van bijna 700 pagina’s pakt de draad weer op rond hoofdstuknummering en personages uit het voorgaande werk: Isabelle Orthel, onderzoeksjournaliste; Ludwig Smit, de zoekende zoon; en de potente olie‑man Johan Tromp. Belangrijke locaties uit het vorige deel – van de Universiteit Twente tot Lagos en het Russische eiland Sakhalin – blijven de dramatische speelplaatsen.
In Otmars zonen eindigde het verhaal met een confrontatie tussen Orthel en Tromp, waarbij opnames ter sprake kwamen die Tromp zeer schade kunnen berokkenen. De jaknikker opent vlak daartegenaan (met hoofdstuk 74) en volgt wat er daarna gebeurt: Ludwig treedt in dienst als tassendrager van Tromp om hem van dichtbij te observeren; Isabelle wil een film maken rond een cruciaal Opus 111‑concert; en Tromps vrouw Barbara Johnson werkt aan een roman waarin de levens van Tromp en Ludwig worden verwerkt. Die binnen‑verhalen – met name het manuscript van Barbara, in de tekst opvallend aangeduid via vetgedrukte passages – geven het boek een sterk metatekstueel karakter. Buwalda speelt bewust met lagen van fictie binnen fictie, waardoor De jaknikker geregeld verandert in een spiegelpaleis van verhalen die naar elkaar verwijzen.
Oorspronkelijk was De jaknikker bedoeld als het middendeel van een trilogie, met Hysteria siberiana als slot. Inmiddels lijkt het project te zijn teruggebracht tot twee delen; uitgever De Bezige Bij presenteert De jaknikker zelfs als de langverwachte ontknoping van Otmars zonen. Na lezing blijft die claim echter discutabel. Buwalda had de ambitie om via een omgekeelde hoofdstuktelling naar een finale te werken, maar De jaknikker stopt na hoofdstuk 46, wat suggereren we nog een flink aantal hoofdstukken ontbreekt voor een echte afronding. Daardoor ervaart de roman een ambivalente uitwerking: technisch virtuoos en literair inventief, maar ook fragmentarisch en op punten onbevredigend doordat sommige verhaallijnen nog niet geheel worden afgerond.
Praktische tip voor nieuwe lezers: De jaknikker is minder goed zelfstandig te volgen zonder kennis van Otmars zonen; wie direct instapt kan zich beter eerst in het eerdere boek verdiepen of het korte overzicht lezen dat bij De jaknikker is gevoegd. Of Buwalda alsnog met aanvullende hoofdstukken of een derde deel komt om de resterende vragen te beantwoorden, blijft ongewis.