Wat hebben Nederlandse landbouwbedrijven op een beurs in Rusland te zoeken? „Voedsel is een mensenrecht"
In dit artikel:
In Krasnodar, in het diepe zuiden van Rusland nabij het verwoeste Marioepol, staan deze week Nederlandse landbouwbedrijven op een grote landbouwbeurs: zaadfirma’s uit Enkhuizen (Bejo, Enza), een machinebouwer uit Heerenveen (APH) en verpakkingsfabrikant Aweta uit Pijnacker. Ruim tienduizend tot twintigduizend bezoekers herkennen trekkers, dorsmachines en stands met groentezaden; de Nederlandse deelnemers houden hun activiteiten ondanks de oorlog in Oekraïne voort.
Europese sancties laten vrijwel alles rond medicijnen en voedsel ongemoeid, waardoor verkoop aan Rusland niet verboden is. Dat roept felle discussie op: Karel Burger Dirven, honorair consul van Oekraïne, vindt dat westerse bedrijven niet op zo’n beurs thuis horen omdat handel belastinginkomsten en dus middelen voor de Russische staat levert. Hij zei hierover onder meer dat westerse aanwezigheid onwenselijk is.
De Nederlandse bedrijven die wel reageerden verdedigen hun koers. Bejo benadrukt begrip voor de gevoeligheid, maar noemt voedsel een fundamenteel mensenrecht en wil daarom zaden blijven leveren. Enza zegt bij te dragen aan voedselzekerheid in regio’s met politieke instabiliteit en dat Rusland slechts een klein deel van de omzet is. Sommige andere exposanten, zoals Aweta en APH Group, reageerden niet op vragen; APH had vóór de oorlog veel omzet uit Rusland.
Ruslandkenner Hans van Koningsbrugge nuanceert beide posities: handel in zaden en machines is niet gelijk aan handel in wapens, maar draagt wel via belasting en productiviteitswinst bij aan staatsinkomsten. CBS-cijfers laten bovendien zien dat de export van landbouwmachines en gerelateerde goederen naar Rusland is toegenomen: van 184 miljoen euro in 2021 naar 193 miljoen in 2023.
Of stopzetting van die export een hongercrisis zou veroorzaken, is onzeker. Van Koningsbrugge wijst op perioden van voedseltekorten, maar benadrukt ook de Russische zelfredzaamheid: sinds de boycots van 2014 is binnenlandse landbouw sterk ontwikkeld. Politiek ligt er ook druk op verdere beperkingen: CDA-Kamerlid Derk Boswijk vroeg vorig jaar naar mogelijke sancties op landbouwmachines omdat die zelfvoorzienendheid versterken.
Tussen moreel appel en economische realiteit blijft de vraag staan of bedrijven moeten wachten op nieuwe sancties of nu al handelen. Burger Dirven spoort bedrijven aan hun eigen ethische keuze te maken en dringt erop aan dat het argument van mogelijke honger geen vrijbrief mag zijn voor handel die de Russische staat ondersteunt.