Wat gebeurt er in je brein als je een dwangstoornis hebt?
In dit artikel:
Ongeveer 1–3 procent van de Nederlanders leeft met een dwangstoornis (OCS/OCD), waarbij mensen last hebben van aanhoudende, indringende gedachtes (dwanggedachten) en/of herhaalde handelingen of rituelen (dwanghandelingen). Deze klachten roepen veel angst en onzekerheid op en kunnen zodanig tijdrovend en belastend zijn dat werk, studie en sociale contacten er onder lijden. Hersenscans en onderzoek wijzen niet op een karakter‑fout maar op functionele afwijkingen in hersennetwerken — vooral circuits tussen de frontale hersenschors, het striatum en de thalamus — en op een rol van neurotransmitters zoals serotonine. Behandeling kan de symptomen sterk verminderen; de meest effectieve aanpak is cognitieve gedragstherapie met exposure en responspreventie (ERP), vaak gecombineerd met SSRI‑medicatie; bij ernstige, therapieresistente gevallen wordt soms naar neuromodulatie of DBS gekeken. Omdat de stoornis vaak foutief wordt geïnterpreteerd als overdreven netheid of gewoon piekeren, is herkenning, vroege diagnose en passende behandeling belangrijk om kwaliteit van leven te herstellen.