Wat een zegen is de westerse cultuur voor de mensheid geweest

zaterdag, 20 september 2025 (05:55) - Wynia's Week

In dit artikel:

Arnout Jaspers, wetenschapsjournalist en natuurkundige, betoogt in zijn nieuwe boek Weg met Ons! De mythe van de westerse erfzonde dat het Westen de Global South niet in het krijt staat maar juist veel heeft bijgedragen aan wereldwijde welvaart en ontwikkeling. Waar publieke discussie vaak de nadruk legt op westerse schuld — kolonialisme, slavernij, milieu- en klimaatproblemen — wijst Jaspers op de tegengestelde kant: westerse kennis, wetenschap en onderwijs hebben enorme voordelen opgeleverd voor vrijwel alle wereldregio’s.

Jaspers maakt een terughoudende, globale berekening en komt tot een conservatieve inschatting van circa 87 biljoen euro netto voordeel voor de Global South tot 2050. Een concreet voorbeeld is de “brain gain/brain circulation”: in de afgelopen decennia stuurden China en India samen mogelijk rond de tien miljoen studenten naar universiteiten in de VS en Europa. Veel studenten keren terug en verdienen daar substantieel meer — schattingen noemen ongeveer 15.000 dollar extra per jaar voor teruggekeerde Chinese bèta-studenten en 8.000 dollar voor Indiase — terwijl de bijdrage aan het BBP nog hoger wordt ingeschat (ongeveer 22.500 respectievelijk 12.000 dollar). Jaspers rekent dat alleen de directe baten voor China en India grofweg 20 miljard euro per jaar kunnen bedragen, met biljoenen over de loop van carrières.

Belangrijker nog zijn de multiplicerende effecten van gedeelde kennis: teruggekeerde artsen, ingenieurs en wetenschappers verspreiden vaardigheden en verhogen productiviteit en innovatie lokaal. Historisch illustreert Jaspers hoe fundamentele ontdekkingen in westerse natuurkunde (onder anderen in de jaren twintig) en de uitvinding van de transistor in 1947 uiteindelijk de basis vormden voor de moderne IT‑sector, internet en mobiele telefonie — ontwikkelingen met wereldwijd enorme economische en maatschappelijke impact.

Jaspers erkent dat veel van die overdracht niet uit altruïsme gebeurde: westerse universiteiten vragen collegegeld, bedrijven beschermen intellectueel eigendom, en koloniale relaties waren vaak dwangmatig. Hij stelt evenwel dat, ook los van de onmiskenbare historische misstanden, de verspreiding van westerse wetenschap en instituties de levensstandaard en economische mogelijkheden in de Global South sterk heeft verbeterd.

Kernpunten: Jaspers verdedigt een herwaardering van de bijdrage van westerse kennis aan mondiale vooruitgang, onderbouwt dit met cijfers over studentenmobiliteit en inkomenseffecten en benadrukt zowel directe als gekatalyseerde economische baten, terwijl hij tegelijk de niet‑altruïstische en problematische kanten van die geschiedenis niet ontkent.