Wat drijft Dick Schoof? Een psychologisch portret van de ambtenaar die een PVV-regering mogelijk maakte

donderdag, 12 juni 2025 (09:46) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

Dick Schoof, jarenlang topambtenaar en voormalig Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), nam in juli 2024 onverwacht het premierschap over in het meest rechtse Nederlandse kabinet sinds de Tweede Wereldoorlog. Zijn aanstelling als een ‘neutrale burgervader’ moest rust en continuïteit brengen in een diep verdeeld politiek landschap, maar bleek een fragiele constructie waarin Schoof formeel de leiding had, terwijl de macht juist bij partijvoorzitters als Geert Wilders lag. Tijdens zijn korte termijn als minister-president werd hij vooral gezien als een buitenstaander die worstelde met de dynamiek van politiek, waarbij zijn terughoudende, afstandelijke stijl contrasteerde met de agressieve politieke machtsstrijd om hem heen.

Schoofs loopbaan kenmerkt zich door een pragmatisch en dienstbaar ambtelijk optreden, geworteld in een katholieke en gewone jeugd, met een sterke nadruk op stabiliteit, orde en plichtsbesef. Vanaf zijn studententijd, waarin hij kort betrokken was bij linkse bezettingen maar zich vooral liet leiden door persoonlijke discipline en teamwork, ontwikkelde hij zich tot een ‘smooth operator’ binnen de Haagse bureaucratie, bekend om zijn netwerkvaardigheden en kalme, enigszins kleurloze uitstraling. Zijn ambtelijke carrière, onder meer als hoofd van de NCTV en de AIVD, stond soms onder druk vanwege controverses zoals het illegaal volgen van activisten, en zijn bijnaam ‘Tricky Dick’ weerspiegelt zijn bereidheid om juridische grenzen op te rekken.

De overstap naar het politieke vlak als premier was voor Schoof ingrijpend. Waar hij in ambtelijke functies kon vertrouwen op zorgvuldige procedures en lange termijnplanning, vergde de politiek een snelle, wendbare en stevige aanpak waarin hij zich moeilijk kon thuisvoelen. Zijn optreden oogde onbeholpen en soms vermoeid, met zichtbare spanningen, wat collega’s en kennissen opmerkten als een verlies aan ontspanning en zelfvertrouwen. Psychoanalytisch gezien symboliseert zijn zelfpresentatie als marathonloper – kalm, volhardend en nuchter – een zoektocht naar orde en herkenbaarheid in een maatschappij die steeds complexer en polariserender wordt. Deze houding verliest echter kracht in een tijd waarin politieke helderheid en moedige keuzes gevraagd worden.

Schoofs keuze om premier te worden blijkt te zijn ingegeven door een diepgeworteld besef van plicht en de wens het ‘normale’ te beschermen tegen het ‘abnormale’, een reflectie van zijn persoonlijke achtergrond en professionele ethiek. Echter, deze neutraliteit en het streven naar evenwichtigheid bleken ontoereikend in het huidige politieke klimaat, waar neutraliteit kan omslaan in machteloosheid en samenwerking met radicale krachten onbedoeld kan leiden tot compliciteit. Bij de kabinetsval, waarin hij vooral toeschouwer was van de machtsstrijd tussen de rechtse fractievoorzitters, kwam de kwetsbaarheid van zijn positie pijnlijk aan het licht.

Schoof blijft een ambivalente figuur: een technocraat die duidelijk politieke ambities had, maar zich moeilijk kon ontworstelen aan zijn ambtelijke mentaliteit; iemand die voor sommigen een betrouwbare bestuurder was, voor anderen slechts een kleurloos projectiescherm. Zijn periode als premier toont de spanning tussen bureaucratische plichtsgetrouwheid en de noodzaak van politieke daadkracht, en illustreert hoe de zoektocht naar rust en neutraliteit in een turbulente politieke omgeving kan uitmonden in een tragisch verlies van effectiviteit en identiteit.