Wat denkt mijn kat? Volgens Maarten Reesink komen we daar binnen afzienbare tijd achter

dinsdag, 25 november 2025 (15:52) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Met behulp van geluid-, gedrags- en geurdetectie hopen onderzoekers binnen jaren beter te kunnen achterhalen wat katten “willen” en voelen. Dat idee en veel achtergrondinformatie staan in Planeet Poes, een boek van mens-dieronderzoeker Reesink (Universiteit van Amsterdam), die zelf in Amsterdam met zijn kat Ritsel woont.

Korte geschiedenis: katten en mensen hebben al millennia een relatie; officiële domesticatie wordt vaak aan het oude Egypte gekoppeld (ca. 3100–300 v.Chr.), maar vondsten op Cyprus tonen dat mensen en katten nog eerder samenleefden. Huiskatten stammen af van de Afrikaanse wilde kat, die door mensen in het Middellandse Zeegebied verspreid werd via zeevaarders. De Europese wilde kat blijft veel wilder en moeilijk te temmen.

Waarom zijn katten zo populair? Hoewel oorspronkelijk solitaire en nachtdieren — vroeger soms verdacht als heksenbondgenoten — pasten katten zich aan de mens aan. Reesink wijst op hun grote, expressieve ogen die bij mensen de aanmaak van oxytocine stimuleren, waardoor we emotioneel aan hen hechten. Halverwege de twintigste eeuw nam de kat de plaats van de hond in als populairste huisdier: mensen waarderen het beeld dat katten weinig verzorging nodig hebben, al hebben katten wél gezelschap en aandacht nodig en kunnen ze bijvoorbeeld verlatingsangst vertonen.

Communicatie en slimheid: katten blijken specifieker op mensen in te spelen dan lang gedacht. Ze hebben vocalisaties ontwikkeld die vooral bedoeld zijn voor mensen — hogere tonen en combinaties van miauwen en spinnen die lijken op het huilen van een kind en zo aandacht en eten afdwingen. Ook herkennen katten hun eigen naam en de namen van huisgenoten, en ze onderscheiden bekende van onbekende roepers. Reesink werkt met zwerfkatten en constateert dat katten herinneringen aan nare ervaringen hebben en vooruit kunnen denken; vertrouwen winnen is daarom lastiger dan bij honden.

Technologie en toekomst: onderzoek maakt steeds meer gebruik van software en kunstmatige intelligentie om kattengeluid en -gedrag te analyseren. Sommige onderzoekers voorspellen binnen tien tot vijftien jaar een soort “Google Translate” voor katten. Reesink denkt dat het wat langer kan duren, maar verwacht wel apparaten die geluid, beeld en geur combineren — omdat geur een cruciale rol speelt in huisdierencommunicatie — en zo bijvoorbeeld dierenartsen kunnen helpen pijn of ziekte te herkennen. AI heeft ook laten zien dat katten extreem veel subtiele gezichtsexpressies hebben; computers ontdekten bijna 300 combinaties van oren, snorharen en spieren die mensen met het blote oog missen.

Belang voor eigenaren en dierenwelzijn: de bevindingen benadrukken dat katten socialer en communicatief vaardiger zijn dan vaak gedacht. Begrip van hun signalen en het gebruik van nieuwe meetinstrumenten kan leiden tot betere verzorging, diagnose en welzijn van huisdieren. Reesink waarschuwt eigenaren dat katten weliswaar ogenschijnlijk zelfstandig lijken, maar behoefte hebben aan aandacht, gezelschap en een omgeving die rekening houdt met hun gedrag en emoties.