Was Johannes Paulus II wapenhandelaar die Willy Claes met Agusta politiek wou uitschakelen om Mobutu te beschermen? "Lijkt onwaarschijnlijk"
In dit artikel:
Voormalig NAVO-secretaris-generaal en ex-topman van Vooruit Willy Claes stelt in een nieuw boek en interview dat zijn veroordeling in het Agusta‑schandaal het resultaat zou zijn geweest van een complot waarbij het Vaticaan en paus Johannes Paulus II betrokken waren. Claes, die al meer dan twintig jaar zijn onschuld volhoudt, beschrijft in Wat ik nog kwijt wil (geschreven met Rik Van Cauwelaert) dat hij ooit naar Rome werd gestuurd om de paus te vragen toestemming te geven voor een machtswisseling in Zaïre; volgens Claes zou de paus geweigerd hebben omdat dictator Mobutu het Vaticaan zou hebben gesteund met illegale wapenleveringen in de strijd tegen het communisme. Claes beweert dat het Vaticaan vervolgens het Agusta‑schandaal heeft aangewend om hem politiek uit te schakelen; hij zegt ooit door een invloedrijk persoon uit het Witte Huis te zijn gewaarschuwd voor die bedoeling. Concrete bewijzen levert hij niet.
Kort: het Agusta‑schandaal (jaren 80/90) draaide om defensiedeals van bedrijven als Agusta en Dassault, waarbij commissielonen via tussenpersonen naar politici — vooral socialisten — zouden zijn gegaan. In de nasleep trokken verschillende ministers en Claes zich terug of werden veroordeeld; Claes werd veroordeeld maar bleef zijn onschuld benadrukken.
Twee gespecialiseerde waarnemers noemen Claes’ reconstructie ongeloofwaardig. Vaticaankenners en kerkjurist Rik Torfs (KU Leuven) benadrukken dat het Vaticaan en paus Johannes Paulus II wél een uitgesproken politieke, anti‑communistische rol speelden — met diplomatieke contacten met de VS — maar dat dat niet automatisch betekent dat de paus betrokken was bij illegale wapenhandel of het beschermen van een onbetrouwbare dictator. Torfs wijst erop dat het Vaticaan al vroeg kritisch stond tegenover het Mobutu‑regime, wat de timing van Claes’ beweringen problematisch maakt. Emmanuel Van Lierde (ex‑hoofdredacteur Tertio) voegt eraan toe dat Johannes Paulus II sterk gekant was tegen geweld en autoritaire regimes — mede door zijn Poolse achtergrond en ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog — waardoor samenwerking met iemand als Mobutu weinig plausibel lijkt.
Beide experts bestempelen de bewering dat het Vaticaan Belgische rechters zou hebben onder druk gezet als een complottheorie. Ze vinden inmenging van die omvang onwaarschijnlijk en zien geen aanwijzingen dat magistraten zich daartoe door het Vaticaan zouden laten beïnvloeden. Samengevat: Claes lanceert een spectaculaire hypothese die het verhaal rond zijn veroordeling nieuw gewicht wil geven, maar zonder verifieerbaar bewijs en met aanzienlijke historische en politieke tegenargumenten van specialisten blijft de bewering volgens kenners ongeloofwaardig.